Ds. A. Schot

Persverklaring rondom de kerkgang in lockdownperiode in de Gereformeerde Gemeente van Nunspeet

Naar aanleiding van de oproep van minister Grapperhaus en de daaropvolgende oproep van burgemeester Van de Weerd van de gemeente Nunspeet om de kerkdiensten alleen online te laten plaatsvinden, geven wij als gemeente de volgende verklaring uit:

Wij spreken allereerst welgemeend respect uit voor degenen die over ons gesteld zijn. Dit respect komt ondermeer tot uiting in het gebed dat voor onze plaatselijke, provinciale, en landelijke overheden wordt gedaan in onze zondagse erediensten. Wij wensen de overheden wijsheid in deze moeilijke tijd waarin zij zich voor vele dilemma’s geplaatst zien. Tevens spreken wij uit er alles aan te zullen doen de door de overheid gegeven regels in acht te nemen.

Dit alles gezegd hebbende is het van ons toch te veel gevraagd om de fysieke kerkdiensten om te zetten in onlinediensten. Wij hebben daarvoor de volgende gewichtige redenen.

1. Het grootste bezwaar is dat voor ons de Bijbel en de daarop gegronde Belijdenis in het geding zijn. Het vierde gebod van de Tien Geboden van Gods heilige Wet roept ons, volgens de uitleg in onze Catechismus zondag 38, op om tot de gemeente Gods naarstiglijk (ijverig) te komen. Onze Nederlandse Geloofsbelijdenis verstaat onder de Kerk niet het kerkgebouw, maar de vergadering der ware – Christgelovigen (art. 27). Een onlinedienst zonder kerkgangers is dus voor ons geen kerkdienst in de ware betekenis van het woord. Ook spreken wij niet over vieringen, zoals de minister doet, maar over erediensten die door God aan ons bevolen zijn. Verder waarschuwt de apostel Paulus ervoor om de onderlinge bijeenkomsten niet na te laten (Hebreeën 10:25). Dit is een waarschuwing die wij niet naast ons neer kunnen leggen.
2. Wij hebben in de achterliggende periode keer op keer meegewerkt aan afschaling van het aantal kerkgangers. Daarin hebben wij laten zien hoe serieus wij de maatregelen en de adviezen van de overheid nemen. Alles wat niet tot de erediensten behoort, zoals verenigingen, catechisaties, zangavonden, zijn wij bereid in deze lockdownperiode na te laten, al gaat het ons zeer aan het hart. Maar het gaat ons te ver om ons de gehele kerkgang, door God bevolen, te laten ontnemen.
3. Hoewel door de media wordt aangegeven dat het aantal besmettingen in de Biblebelt hoger zou zijn dan elders, is voor ons niet aangetoond dat er een direct verband is met de gehouden kerkdiensten. Een artikel over dit punt vermeldt uit de mond van een deskundige: ‘Als iedereen zich aan de maatregelen houdt, afstand bewaart en na de dienst niet blijft napraten zie ik er geen belangrijke risicofactor in’, aldus Dr. S. van den Hof (Epidemioloog bij het RIVM). Dit extra risico is statistisch gezien in de eerste golf, die in Nunspeet hevig heeft gewoed, ook niet gebleken. In de eerste golf was er in de Gereformeerde Gemeente van Nunspeet ook geen sprake van een hoger percentage sterfgevallen dan buiten de kerkelijke gemeente.
4. Terecht geeft de overheid winkels met de eerste levensbehoeften gelegenheid om mensen te ontvangen met inachtneming van de belangrijke maatregelen. Deze toestemming hoeft de overheid ons niet te geven omdat wij kerk zijn. Maar wij volgen feitelijk dezelfde route als de overheid omdat het bijeenkomen onder de prediking voor ons ook een eerste levensbehoefte is. Wij doen dit ook met uiterste zorgvuldigheid en strikte inachtneming van alle maatregelen. De kerkdiensten zijn dusdanig georganiseerd dat de door de overheid opgelegde normen meer dan nodig gehandhaafd worden. Wij houden de 1,5 meter regel nauwgezet in acht en er wordt registratie bijgehouden t.b.v. bron- en contactonderzoek.
5. Het verbaast ons dat ondanks de grondwettelijke scheiding van kerk en staat er door overheidspersonen uitspraken worden gedaan die niet tot het terrein van de overheid behoren. We denken aan invulling van kerkgezang, het afleggen van verantwoording aan de hoogste Rechter e.d. Sommige uitspraken zijn een regelrechte inmenging in het geloofsleven van de kerk. We nemen deze ontwikkeling met grote zorg waar omdat hier grondwettelijke rechten worden geschonden. De minister geeft aan dat het niet uit te leggen is als er op dit moment nog fysieke kerkdiensten gehouden worden. Wij hebben inmiddels gemerkt dat dit niet uit te leggen is. Wij vragen toch respect voor deze kleine minderheidsgroep in een land met een christelijke historie.
6. Wij vragen de overheid, indien nodig, om hier Staphorster praktijken te voorkomen en er zorg voor te dragen dat onze kerkdiensten ongehinderd kunnen voortgaan. Als burgers van de gemeente Nunspeet hebben wij het recht om ongehinderd naar de kerk te komen, zonder bedreigd of gehinderd te worden.
7. Tenslotte, we vinden het een bedreiging dat de kerken, zonder enig bewijs, telkens in de verdachtenhoek worden geplaatst. De uitspraak van de minister dat wij verantwoording moeten afleggen aan bijvoorbeeld de zieken, impliceert dat de kerken veroorzakers zijn geweest van deze ziekte. Dit raakt ons diep. Op deze manier worden wij zonder enige grond beschuldigd en in een verdachte hoek geplaatst. Zo mag de overheid toch niet spreken? Wij blijven voor de overheid bidden en vragen God om een terugkeer naar Zijn geboden. Het is onze diepe overtuiging dat terugkeer naar Gods geboden ten goede zal zijn voor onze samenleving. Daar zien wij in deze voor ons allen zo moeilijke tijd hartelijk naar uit.

Namens de kerkenraad van de Gereformeerde  Gemeente Nunspeet,
Ds. A. Schot