Ds. A. Schot
Gods doel met beproevingen
Gods doel met beproevingen
Acht het voor grote vreugde, mijne broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt;
Wetende dat de beproeving uws geloofs lijdzaamheid werkt. Jakobus 1: 2 en 3
1. De zwaarte daarvan
De brief van Jakobus heeft in de geschiedenis nogal eens onder vuur gelegen. Luther noemde het een ‘strohern’ brief, dat is een brief van stro, een onbeduidende brief. Na zijn strijd in het stuk van de rechtvaardigmaking is het te begrijpen dat Luther de brief in het eerst niet geheel recht heeft verstaan. Toch heeft hij in de praktijk met instemming uit deze brief geciteerd. Deze brief is al in het begin als canoniek aanvaard. We hebben hier zonder twijfel te maken met het Woord van de levende God.
De schrijver stelt zich aan de lezers voor als ‘de broeder des Heeren’. Er worden in het Nieuwe Testament vier mannen Jakobus genoemd. Jakobus de broeder des Heeren was een leidsman in de gemeente van Jeruzalem. Paulus noemt hem in zijn brief aan de Galaten (2:9) als een van de steunpilaren in de kerk. Hij schrijft deze brief aan de christenen uit de Joden: de twaalf stammen, die in de verstrooiing zijn. Deze christenen leefden verspreid in de landen rond de Middellandse zee. Jakobus noemt hen in onze tekst ‘broeders’. Deze christenen hebben het moeilijk. Zij lijden armoede en onderdrukking. Het valt niet mee om christen te zijn in een vijandige wereld. Jakobus schrijft niet zozeer over de leer. Er waren waarschijnlijk nog geen grote afwijkingen in de leer. De nadruk valt in deze brief op het leven. Het gaat over de praktijk van het christen-zijn. Ook voor ons vandaag is deze brief van belang. Kohlbrugge noemt Jakobus een goede geneesheer, die niets in de wond laat zitten wat voor de patiënt schadelijk zou kunnen zijn
Wanneer gij in velerlei verzoekingen valt. Jakobus noemt de bijzondere omstandigheden ‘verzoekingen’. De Bijbel spreekt op twee manieren over verzoekingen. Het woordje peirasmos kan zowel beproeving als verzoeking betekenen. In de eerste plaats is het een uitdrukking voor de verleidingen van de satan. De duivel probeert aan te zetten tot zonde en tot opstand tegen God. De duivel is zo listig. Hij weet precies de zwakke plekken en tijden aan te grijpen. In de tweede plaats is het een uitdrukking voor Gods beproevingen. Zelf wisselt de apostel in onze tekst het woord verzoeking met beproeving af. In het 3e vers schrijft hij wetende, dat de beproeving uws geloofs lijdzaamheid werkt. De duivelse verzoekingen zijn onder Gods toelating. Beproevingen komen niet zomaar op ons af. God heeft er de hand in en Hij heeft er een bedoeling mee. Van Gods kant zijn het geen verzoekingen. Daarom schrijft Jakobus ook in het 13e vers Niemand, al hij verzocht wordt, zegge: Ik word van God verzocht. Want God kan niet verzocht worden met het kwade, en Hij Zelf verzoekt niemand. De bedoeling van de Heere met die moeilijke wegen is geheel anders. Van Zijn kant zijn het beproevingen! De Heere wil die moeilijkheden gebruiken als een smeltkroes waarin het goud des geloofs gelouterd wordt. Ambrosius merkt terecht op De duivel verzoekt om te vernietigen; God om te kronen. Aan beide vormen van verzoeking stonden de christenen in de verstrooiing bloot.
Het Griekse woord voor verzoeking is van een woord afgeleid, dat doorboren betekent. Die beproevingen en aanvechtingen worden gebruikt om ons te doorboren, zoals men een vat doorboort, om te peilen hoeveel vloeistof er in zit.
Het woord, dat hier door ‘velerlei’ is vertaald, betekent eigenlijk veelkleurig, gevarieerd. Het ziet meer op de veelsoortigheid der beproevingen, dan op het grote aantal. Calvijn denkt aan ziekte, armoede, oneer. Te denken valt verder aan allerlei tegenspoed en lijden. De lezers verkeren onder grote sociale en maatschappelijke druk.
Het werkwoord vallen roept het beeld op van rovers waardoor men overvallen wordt. We vinden dit woord ook in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan (Lukas10:30). Het gaat hier dus om beproevingen die van buitenaf komen in tegenstelling tot de verzoekingen, die van binnenuit plaatsvinden. Een voorbeeld daarvan vinden we in het twaalfde vers Zalig is de man die verzoeking verdraagt; want als hij beproefd zal geweest zijn, zal hij de kroon des levens ontvangen.
Kortom, het valt niet mee voor deze christenen. Ze zijn niet benijdenswaardig, maar eerder beklagenswaardig. Roept Jacobus hen op tot zelfmedelijden? Het ware te wensen dat wij allen tot deze beproefden behoorden. Ondanks hun zware beproeving zijn het zeer gezegende mensen.
2. De vreugde daarover
Acht het voor grote vreugde, mijne broeders. Eigenlijk staat er ‘enkel, louter vreugde’. Jakobus wil zeggen: u mag uzelf geheel en al gelukkig prijzen dat u beproefd wordt. Hij feliciteert hen, bij wijze van spreken. Vreugde over de beproevingen? Ja, die mag er zijn, hoe vreemd het ook klinkt!
Neen, we behoeven niet verheugd te zijn over die moeilijke wegen als zodanig. De Heere eist niet, dat we naar die verdrukkingen zullen verlangen. De Heere vraagt het onmogelijke niet van ons. Dat zou onnatuurlijk zijn. Maar wanneer, naar des Heeren bestel, ons deze rampen overkomen, mogen we niet verdrietig zijn over Zijn kastijding. Acht het voor enkel vreugde!
Waarom vreugde? Ten eerste zijn de beproevingen noodzakelijk. Alle goud komt ermee in aanraking. Daarom zijn beproevingen een kenmerk van het ware. De Heere kastijdt, dien Hij liefheeft en Hij geselt een iegelijk zoon, dien Hij aanneemt; en indien gij zonder kastijding zijt, zo zijt gij dan bastaarden en niet zonen.
Ten tweede, de Heere wil de beproevingen gebruiken om ons aan Hem te verbinden. We hebben het nodig om onze afhankelijkheid te leren beoefenen. Omdat die afhankelijkheid juist in tijden van beproevingen ervaren worden, zijn het vaak niet de slechtste tijden voor Gods kinderen. Zeker, zij leren zuchten onder hun eigen machteloosheid en krachteloosheid. Maar de Heere stelt er wel wat tegenover.
Ten derde zijn beproevingen zo heilzaam. Ten diepste worden de gelovigen er alleen maar beter van. Het is de moeite waard om het boek van Boston te lezen Het kromme in het levenslot.
Tenslotte, het hoort bij het drukken van de voetstappen van de Middelaar. Hij is in alle dingen verzocht geweest. Hij heeft het kruis gedragen en de schande veracht. Al de Zijnen zullen iets van dat kruisdragen ondervinden. Paulus schrijft aan de Filippenzen Want u is uit genade gegeven in de zaak van Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden. De weg van Christus liep van Bethlehem naar Golgotha. Hij sprak tot Zijn discipelen In de wereld zult gij verdrukking hebben.
Kortom, het is niet goed als Gods kinderen alleen maar zuchten onder het kruis. Er zijn zelfs redenen om de Heere ervoor te erkennen. De dichter zegt ’t Is goed voor mij verdrukt te zijn geweest, opdat ik dus Uw Goddelijk recht zou leren. En Jesaja profeteert En te dienzelfden dage zult gij zeggen: Ik dank U, HEERE! dat Gij toornig op mij geweest zijt, maar Uw toorn is afgekeerd, en Gij troost mij.
Maar is het niet onmogelijk om verblijd te zijn in de verdrukkingen? Paulus mocht het beoefenen. Hij zingt Gode lofzangen in de gevangenis van Filippi. Dezelfde apostel schreef aan de Romeinen En niet alleenlijk dit, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, wetende, dat de verdrukking lijdzaamheid werkt; en de lijdzaamheidbevinding, en de bevinding hoop; en de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons is gegeven (Rom. 5:3-5). En denk ook aan Guido de Brès, de opsteller van onze Geloofsbelijdenis. Hij moest zijn geloof met de dood bekopen. Het was hem een vreugde, zodat hij uitriep: ‘Dat had ik niet gedacht, dat God mij zulk een eer zou hebben aangedaan, maar nu ben ik zeer verblijd. Ik gevoel, dat mijn aangezicht veranderd is en verheugd door de genade, die overvloedig in mij versterkt wordt. Ja, mijn hart springt op van blijdschap in mijn binnenste’. U voelt wel aan dat de verdrukking op zich dit niet kan uitwerken. Het gaat hier immers over de beproeving van het geloof. Hoe komt het toch dat er zoveel geklaagd wordt onder de verdrukkingen? Ligt de reden niet daarin dat dit geloof zo ontbreekt. Jakobus spreekt hier tot Zijn geestelijke broeders. Blijkt uit de vrucht dat wij daar ook bij mogen behoren?
3. De zegen daardoor
Wetende. Jakobus motiveert zijn paradoxale boodschap door een beroep te doen op de kennis van zijn lezers. Ze mogen dit toch weten. Hij vertelt hen toch geen vreemde dingen? Nee, het verstand leert dit niet. Jakobus spreekt over een bevindelijk weten. Niet een weten met het verstand, maar een weten uit ervaring. In die ervaring kunnen Paulus en Jacobus elkaar de hand geven. En al Gods kinderen gaan het leren in meerdere of mindere mate.
Dat de beproeving uws geloofs lijdzaamheid werkt. Nu gebruikt Jakobus een ander woordje voor beproeving. Het hier gebruikte woord betekent letterlijk toetssteen of keuringsmiddel.
De kanttekenaar schrijft: ‘Namelijk niet uit zichzelve, alzo zij in den ongelovige voortbrengt ongeduldigheid en murmureren tegen God, maar omdat God door Zijn Geest het verstand der gelovigen alzo verlicht, dat zij verstaan dat Hij door dezelve hun geloof wil beproeven en bekendmaken, en hen daardoor tot de eeuwige vreugd bereiden’. Nee, het gaat inderdaad niet vanzelf. Maar het gaat hier om de beproeving van het geloof. En om die vrucht mag men ook vragen. Er is veel gebed voor nodig. In die betekenis schrijft Jakobus in het vijfde vers En indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere, Die een ieder mildelijk geeft, en niet verwijt; en zij zal hem gegeven worden. Deze wijsheid is niet theoretisch, maar praktisch. Levenswijsheid. Deze wijsheid bewaart ons voor afglijden op de weg van de beproevingen, voor opstandigheid, zodat we niet met de duivel en de wereld meegesleept worden en de vrede met God missen.
Dus de beproeving werkt lijdzaamheid. Paulus schrijft in Romeinen 5:4 dat de lijdzaamheid beproeving werkt. En Jakobus schrijft dat de beproeving lijdzaamheid werkt. Spreekt dit elkaar niet tegen? De kanttekenaar schrijft verder: ‘En dit strijdt niet tegen hetgeen Paulus zegt Rom. 5:4: De lijdzaamheid werkt beproeving, want door het woord beproeving verstaat Paulus niet de verdrukkingen door welke het geloof beproefd wordt, gelijk hier Jakobus, maar bevinding en ervaring, namelijk van Gods hulp, bijstand, troost en getrouwheid in Zijn beloften’.
Wat is lijdzaamheid? Dat is geen lijdelijkheid. Onder lijdelijkheid verstaan we een afwachten van, een zich schikken in het lot. Lijdelijkheid is een soort doffe berusting. Het is een soort stoïcijnse houding, een zich schikken in het lot. Jakobus ontkent ook niet, dat beproevingen en aanvechtingen, leed en lijden, aan de gelovigen bittere pijn en smart veroorzaken. Wat is lijdzaamheid dan? Het oorspronkelijke woord heeft soms een passieve betekenis. Dan betekent het letterlijk: ‘het eronder blijven’. Lijdzaamheid is een zich onderwerpen aan God. Maar het heeft ook een actieve betekenis in zich. We zouden het kunnen vertalen met volharding, standvastigheid. In de beproeving oefent de Heere het geloofsvertrouwen van Zijn kinderen. Dat vertrouwen moet al sterker worden. Hoe sterker dat vertrouwen, hoe standvastiger zij mogen zijn. Door dit alles heen laat God de gave der volharding schitteren. De duivel bereikt juist het tegenovergestelde van wat hij wil bereiken.
Het woordje werkt staat in de tegenwoordige tijd. Het bewerken van lijdzaamheid is een doorgaand proces. Het gaat door zolang Gods kinderen op aarde zijn. Het grote doel dat de Heere voor ogen heeft, is de volmaaktheid. Jakobus schrijft daarvan in het vierde vers Doch de lijdzaamheid hebbe een volmaakt werk, opdat gij moogt volmaakt zijn en geheel oprecht, in geen ding gebrekkelijk.
Gemeente, het onderwijs van Jakobus sluit goed aan bij het onderwijs van de Heere Jezus in de Bergrede. We lezen in Mattheus 5:11Zalig zijt gij als u de mensen smaden en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil. Is die zaligspreking ook op ons van toepassing?
En volk des Heeren, Johannes schrijft in Openbaring 14 Hier is de lijdzaamheid der heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus. Geldt dat ook van Gods kinderen in Nunspeet?
Ds. A. Schot,
Kerkbode Ger. Gem. Nunspeet, 17 augustus 2017