Ds. A. Schot
In de wereld zult gij verdrukking hebben
In de wereld zult gij verdrukking hebben
In de wereld zult gij verdrukking hebben; maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen. Johannes 16: 33b
‘In de wereld zult gij verdrukking hebben’. In de wereld, dat is overal. Van deze verdrukking is geen plaats uitgezonderd. Dat geldt dus ook Nederland. Dat geldt ook West-Europa. De Godevijandige wereld strekt zich uit over de ganse wereld. Het zal het deel zijn van alle ware gelovigen hier op aarde. Wat is precies de betekenis van ‘zult gij verdrukking hebben’? De kanttekenaren zeggen daarvan: ‘dat is al wat in de wereld uw zaligheid zal mogen tegen zijn.’ Dat is dus voor Gods kinderen verdrukking. Die verdrukking is er ook in Nederland zoveel, vrienden. Wat valt er veel onder de noemer ‘verdrukking’: allerlei kruis, tegenspoed en andere gevolgen van de zonden. Door de zonden zijn wij aan allerlei ellende op deze aarde onderworpen. Dat gaat Gods kinderen zeker niet voorbij. Ik moet zeggen: dat gaat Gods kinderen juist niet voorbij. Gods Woord leert ons dat de tegenspoeden van de rechtvaardigen velen zijn (Ps. 34:20). Die God liefheeft, die kastijdt Hij (Spr. 3:12).
Wat het vuur en de smeltkroes zijn voor het goud, dat zijn de verdrukkingen voor de ware gelovigen. Zij dienen namelijk tot heiliging, tot zuivering. Daarom kunnen Gods kinderen die verdrukking ook niet missen. ‘In de wereld zult gij verdrukking hebben’. De Heere gebruikt de wereld, om Zijn kinderen te reinigen van de zonden. Hij zal het kruis en tegenspoed van hen weren of ten hunne beste keren (Doopformulier). De verdrukking komt niet in het minst van de vijandschap van deze wereld. Dan mogen we vanavond niet zomaar zeggen dat de verdrukking elders veel zwaarder is dan in Nederland. De vijandschap van de wereld is ook hier ontzaglijk groot. Deze vijandschap uit zich echter op een hele andere manier. De vijandschap van de wereld is een dodelijke vijandschap. De Heere Jezus zegt tegen Zijn discipelen dat er een tijd zal komen, dat degene die Zijn discipelen doden menen God daarmee een dienst bewijzen. Waarom komt de verdrukking van de kant van de wereld? Wel heel eenvoudig, omdat Gods kinderen van de wereld niet zijn. Daar ligt het breekpunt. Ze kunnen met de wereld niet leven. Als je volop meedoet in de wereld, zal je van die kant niet zoveel last hebben. Het probleem voor de wereld is echter dat het leven van Gods kinderen haaks staat op de gevoelens van deze wereld. De Heere Jezus heeft het ook gezegd tegen Zijn discipelen, dat de wereld hen zal haten, omdat zij van de wereld niet zijn (Joh. 15:19). Als je daarnaar kijkt, zou het juist een eer moeten zijn als de wereld ons niet verdraagt. Dan is het eigenlijk een schande als we van verdrukking helemaal geen last zouden hebben. De apostelen waren verblijd dat ze om Zijnentwil smaadheid gedragen hebben.
‘In de wereld zult gij verdrukking hebben’.Ik denk in de derde plaats aan de vijandschap van de zijde van de vorst der duisternis, die het in het bijzonder op Gods Kerk gemunt heeft. Hij gaat in ons land rond als een briesende leeuw en als een engel des lichts. De verleider gaat rond met de Bijbel in zijn hand. Op andere plaatsen is hij als een briesende leeuw, zoekende wie hij zou kunnen verslinden. ‘In de wereld zult gij verdrukking hebben’. Er staat: ‘zult gij hebben!’ Dat heeft dus betrekking op de toekomst… Weet u wat Philpot hiervan zegt? Hij ziet dit juist als een belofte even zeker als Gods kinderen in Hem vrede zullen hebben. Heeft u het zo ook al eens gezien? Het is helemaal niet goed als er geen verdrukking is. Dit is een belofte dat de Heere zal zorgen voor vijandschap van de wereld. Die met de wereld leeft, zal met de wereld vergaan. Daarom zullen wij in de wereld verdrukking moeten hebben. Niet dat Gods kinderen daarnaar uitzien, niet dat de discipelen daarop gerekend hadden. Ze hadden het zich zo heel anders voorgesteld. Zelfs met de hemelvaart van de Heere Jezus hebben ze nog aardse gedachten van Gods koninkrijk. Christus zegt echter tegen hen: Gij hebt alleen strijd te wachten. Vroeger zeiden Gods kinderen weleens tegen een pas wedergeborene: ‘Welkom in de strijd!’. Het is niet zo slecht als we die geestelijke strijd aan den lijve ondervinden. Juist Gods kinderen hebben strijd. Ik heb eens gehoord dat een buitenlandse predikant tegen een van onze ouderlingen zei: ‘Jullie hebben drie kenmerken van de ware kerk, maar jullie vergeten er één, namelijk de verdrukking’.
Ds. A. Schot