Ds. A. Schot
Gedenk aan uw Schepper
Gedenk aan uw Schepper
En gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen en de jaren naderen, van dewelke gij zeggen zult: Ik heb geen lust in dezelve. Prediker 12:1
Veel verklaarders denken dat Salomo het boek Prediker geschreven heeft toen hij oud was geworden. Dit is dan een bewijs dat Salomo na zijn zonden toch weer op de goede plaats mocht komen. Hij richt zich meerdere keren tot de jeugd. Eigenlijk begint deze opwekking al in het vorige hoofdstuk: ‘Verblijd u o jongeling, in uw jeugd, en laat uw hart u vermaken in de dagen uwer jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten en in de aanschouwing uwer ogen; maar weet, dat God om al deze dingen u zal doen komen voor het gericht. Zo doe dan de toornigheid wijken van uw hart, en doe het kwade weg van uw vlees, want de jeugd en de jonkheid is ijdelheid’. Alles is ijdelheid, ook de jeugd en de jonkheid. Nee, Salomo spreekt niet negatief over de jeugd. Sommige mensen hebben het over ‘de jeugd van tegenwoordig’.
Maar Salomo weet de jeugd juist wel te waarderen. Hij wil met ‘ijdelheid’ zeggen dat deze tijd zo spoedig voorbij gaat. Daarom roept hij op om deze tijd goed te gebruiken.
Salomo kiest voor naam uw Schepper. Wij hebben allen ons leven aan Hem te danken. Je kunt niet zeggen dat je met je Schepper niets te maken hebt. Hij heeft recht op ons leven. Na de zondeval is God onze Schepper gebleven. Wij zijn onze rechten verloren. Maar God kan rechten laten gelden.
Gedenken is meer dan denken. De Herziene Statenvertaling heeft “Denk aan uw Schepper’. Dat is een onnodige afzwakking. Gedenken betekent volgens Van Dale ‘bij voortduring voor de geest hebben; niet vergeten’. Het ‘gedenkt den sabbatdag’ is ook meer dan denken aan de sabbat.
Waarom roept Salomo de jeugd daartoe op? Omdat wij het van nature niet doen. Wij vergeten onze Schepper. We gaan pas aan onze Schepper gedenken als onze Schepper aan ons gedenkt. Maar dat ontslaat ons niet van onze verantwoordelijkheid. Als Hij jullie ogen opent word je zo beschaamd. Dan krijg je al die jaren terug dat we de Schepper vergeten bent. Dan worden al de roepstemmen ons tot schuld. Dan gaan we belijden met de jongste zoon: Ik zal opstaan en tot Mijn Vader gaan. De raad van Salomo is een wijze raad. Het is tot eeuwige schade als we die raad naast ons neerleggen. Heb je dat al geleerd?
Het grondwoord voor jongelingschap betekent verkiezen of uitlezen. Sommigen vertalen dit met: de dagen uwer verkiezing. Anderen met de dagen van uw keuze. We zouden het kunnen noemen: de keurdagen van ons leven. De jongelingschap is maar een hele korte tijd. Er wordt gesproken over dagen. En die dagen zijn de meest geschikte tijd. Wij vinden het meestal anders. We vinden de ouderdom de meest geschikte tijd. Als je jong bent immers nog zoveel aan je hoofd. Salomo weet dat juist de jongelingen zo geneigd zijn om de Heere te vergeten. Waarom is de jongelingschap de beste tijd? Het bewaart ons voor veel zonden. Bovendien weten we niet of er na de jongelingschap nog wel een andere tijd komt. De ouderdom noemt Salomo de kwade dagen. Sommige mensen zijn al vroeg oud. Voor we het weten bevinden we ons in die kwade dagen. Daarom kan het geen uitstel leiden.
Salomo zegt natuurlijk niet dat we niet meer moeten gedenken als de jongelingschap voorbij is. Al onze dagen komen de Heere toe. Bij de ouderdom spreekt hij wel over dagen en jaren. Voor sommigen zijn het slechts dagen en voor anderen jaren. De kwade dagen zijn veel eerder aangebroken dan je denkt. Die dagen en jaren zijn vol met kwaden. In die jaren worden lichaam en geest afgebroken. Het wordt er niet beter op als alle functies uitvallen: ons geheugen, ons gehoor, onze gedachten enz. Hoe zouden we dan nog gedenken aan onze Schepper? De gebreken maken ons meer en meer onbekwaam voor dit leven. Zo ook voor de dingen van Gods Koninkrijk. Ik heb wel mensen horen zeggen: ‘als het nu nog zou moeten gebeuren zou het niet meer kunnen’. Jongelui, er is al zoveel tijd verloren gegaan! Heden zo gij Zijn stem hoort.
Ds. A. Schot,
Schoolkrant