Ds. A. Schot
De tekenen der tijden
De tekenen der tijden
En Jezus antwoordende zeide tot hen: Ziet toe dat u niemand verleide. Want velen zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; en zij zullen velen verleiden. En gij zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; ziet toe, wordt niet verschrikt; want al die dingen moeten geschieden, maar nog is het einde niet. Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen zijn hongersnoden, en pestilentiën, en aardbevingen in verscheidene plaatsen. Doch al die dingen zijn maar een beginsel der smarten. Alsdan zullen zij u overleveren in verdrukking en zullen u doden, en gij zult gehaat worden van alle volken om Mijns Naams wil. En dan zullen er velen geërgerd worden en zullen elkander overleveren en elkander haten. En vele valse profeten zullen opstaan en zullen er velen verleiden. En omdat de ongerechtigheid vermenigvuldigd zal worden, zo zal de liefde van velen verkouden. Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volken; en dan zal het einde komen. Matth. 24: 4-14
1. De verleiding
De gehele wereld is onder de indruk van de berichten die ons bereiken uit Haiti. De aardbeving met alle gevolgen van dien heeft ons iets te zeggen. Als het goed is bezien we de wereldgeschiedenis in het licht van Gods Woord. Toen Christus Zijn discipelen wees op de tekenen der tijden heeft Hij de aardbevingen genoemd.
De Heere Jezus is met Zijn discipelen op de Olijfberg. Vandaar heeft men een helder uitzicht over de stad Jeruzalem. Ze komen zojuist vanuit de tempel. De discipelen riepen in vervoering uit: ‘Zie, hoedanige stenen en hoedanige gebouwen’. Hun verwachtingen waren zo hoog gespannen. Maar de Heere antwoordde: ‘Voorwaar zeg Ik u; er zal niet een steen op den anderen steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden’. Hij predikt hen de aanstaande verwoesting van Jeruzalem. Wij weten dat deze heeft plaatsgevonden 70 na Christus. Dit woord liet de discipelen niet los. Aangekomen op de Olijfberg vragen zij: ‘Wanneer zullen deze dingen gebeuren?’ En: ‘Wat is het teken van uw komst en de voleinding der wereld’. De verwoesting van de tempel is voor hen het einde van de wereld. Ook Christus verbindt in Zijn antwoord deze feiten aan elkaar. Hij trekt de lijn door van de verwoesting van Jeruzalem naar de wederkomst. De genoemde tekenen hadden betekenis voor de verwoesting van Jeruzalem. Maar de tekenen zijn ook nu nog van betekenis. Voorafgaande aan de verwoesting voltrekt zich een proces van afbraak. Daar zal de Kerk middenin verkeren. Dat proces wordt hier door Christus beschreven. Deze rede wordt wel genoemd ‘de tweede bergrede’.
En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Ziet toe, dat u niemand verleide. Het is opvallend dat het eerste kenmerk dat Christus hier noemt is de verleiding. Niet eerst de oorlogen, de hongersnoden en de aardbevingen, maar de verleiding. De later genoemde gevaren zijn schadelijk voor het lichaam, maar dwaalleer is schadelijk voor de ziel. Iemand die omkomt bij een aardbeving, komt nog niet voor eeuwig om als hij een kind van God mag zijn. Iemand die van de rechte leer afwijkt verliest wel alles. Ziel verloren is al verloren. Voorafgaande aan de verwoesting zijn er dus dwaalleraars die verlossing beloven.
Want velen zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; en zij zullen velen verleiden. Deze valse zaligmakers bouwen voort op de waarheid der Schrift. Zij belijden dat Christus eenmaal in de wereld is gekomen en weer uit de hemel zal verschijnen. Maar zij beweren dat zij die Christus zijn. Ze imiteren Christus. Zulken waren er voorafgaande aan de verwoesting van Jeruzalem. Zulken zijn er ook in de eindtijd. Bovendien zullen het er velen zijn. Elders zegt Christus dat er gezegd zal worden: ziet hier en ziet daar is de Christus. En daarom: beproeft de geesten of ze uit God zijn.
2. De verwoesting
En gij zult horen van oorlogen, en geruchten van oorlogen. Een enkele oorlog betekent nog niet het einde van de wereld. Al deze dingen zullen zich meerdere keren voordoen in de loop van de wereld geschiedenis. Er zijn altijd oorlogen geweest. Er was geen eeuw zonder strijd. Maar de oorlogen worden wel gruwelijker. De benauwing op aarde neemt toe.
Ziet toe, wordt niet verschrikt; want al die dingen moeten geschieden, Christus zegt tot Zijn discipelen: Laat u daardoor niet in verwarring brengen. Hij verliest de regering niet uit handen. Velen gebruiken de oorlogen juist om het bestaan van God in twijfel te trekken. Maar hier blijkt dat Christus dit alles heeft voorzegd. Het zijn de voorzegde oordelen die over de wereld gaan. Het is juist de vervulling van Gods raad. Maar nog is het einde niet. Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk. Het zal een tijd zijn van onvrede onder de volken en onvrede onder de machthebbers en vorsten. In het persoonlijke leven zal de liefde van velen verkouden. Maar ook tussen de volken zal er haat en nijd zijn. Na de val sloeg Kain zijn broeder Abel dood. Die boosheid zal meer en meer toenemen.
De verwoesting door de zonde komt ook in de natuurrampen tot uitdrukking. En er zullen zijn hongersnoden. Wij moeten doen wat onze hand vindt om te doen. Maar met alle technische middelen blijkt het niet mogelijk hongersnoden te voorkomen. Het is een teken van de naderende voetstappen van de Rechter. En pestilentiën. Besmettelijke ziekten zullen zich verspreiden onder de mensen, maar ook onder het vee. En aardbevingen in verscheidene plaatsen. Niet de gehele aarde siddert, maar dan hier dan daar zal de bodem beven. Toen God kwam onder het Oude Testament beefde de Sinai. Als Christus Zijn komst aan kondigt siddert de aarde.
Doch al die dingen zijn maar een beginsel der smarten. Voor het woord smarten staat hier eigenlijk het woord weeën. Al deze dingen zijn de barensweeën der wereld. En de natuurrampen zijn nog maar voorspel. Wat kan dan nog erger zijn dan oorlog en natuurrampen? Erger is dat er voor de waarheid op de aarde geen plaats meer over blijft. Dat er uiteindelijk voor Gods kinderen geen plaats meer overblijft. Het afbraakproces voltrekt zich niet alleen in de aarde, maar ook in het mensdom.
3. De vervolging
Alsdan zullen zij u overleveren in verdrukking. De wereld zal zich keren tegen de ware discipelen. Hoe worden de discipelen verdrukt? De wereld zal hen boycotten. Elders lezen we dat de wereld hen in de gevangenis zal werpen. Ja zelfs: en zullen u doden, en gij zult gehaat worden van alle volken. De wereld zal zich tegen de Kerk keren. En wat is daarvan toch de reden? Christus zegt: om Mijns Naams wil. De wereld heeft Christus gehaat. De wereld haat ook de christen, die naar Zijn Naam is genoemd. En laten we niet denken dat de haat alleen van buitenaf zal komen. En dan zullen er velen geërgerd worden. Velen zullen van hun ‘geloof’ afvallen. De vervolging brengt een enorme afval teweeg. De scheidslijn blijkt dwars door de kerk te lopen. We zouden ons af kunnen vragen: waarom laat Christus dit toe? Kan Hij Zijn kinderen daaruit niet verlossen? Wel hier blijkt dat dit alles bedoeld is om de kerk te louteren en te zuiveren. Zullen wij staande blijven? En zullen elkander overleveren, en elkander haten. Het gevaar komt niet alleen van de kant van de wereld, het gevaar komt ook van de kant van de kerk. ‘Gelovigen’ worden verraders en vijanden van hun eigen medebroeders. En vele valse profeten zullen opstaan, en zullen er velen verleiden.
Er zijn niet alleen valse christussen, maar ook valse profeten. De duivel gaat rond als een Engels des lichts. Hij zaait onkruid tussen de tarwe en weet het zo slim te brengen.
En omdat de ongerechtigheid vermenigvuldigd zal worden, zo zal de liefde van velen verkouden. De ongerechtigheid is de overtreding der wet. Gods wet zal meer en meer aan de kant geschoven worden. Er zal weerstand zijn tegen de Schrift en de geboden des Heeren. Welke liefde zal verkouden? De liefde tot God en Zijn Woord. Maar ook de liefde tot de naaste. Dat is het gevolg van het loslaten van Gods wet. De liefde is de hoofdsom van de wet. Wanneer zal het einde zijn? Dat is niet te berekenen omdat de genoemde voortekenen algemeen zijn en in elke eeuw voortkomen. Daarom heeft de kerk in alle eeuwen gedacht dat de Heere spoedig zou wederkomen. Daarom leert ons dit hoofstuk: de wederkomst kan iedere dag zijn. De tekenen waren er en ze zijn er. Zijt altijd bereid, want van die dag en ure weet niemand. En wanneer zijn we bereid? Als we een God hebben voor ons hart en een Borg voor onze schuld.
4. De verkondiging
Heeft Christus dan geen bemoediging meer voor die dagen? Er mag gewezen worden op een dierbare belofte: Maar wie volharden zal tot het einde, zal zalig worden. Aan al dat leed zal een einde komen. Wat is het einde? De ure van ons sterven of de wederkomst van Christus. Christus vraagt van zijn Kerk ‘volharding’. Volharding is een teken van het ware. Er is een volharding der heiligen. Lees het maar na in onze Dordste Leerregels. Het werk uit God kan niet verbroken worden. Waarin moet de Kerk volharden? In haar geloof. Dat geloof zal in de eindtijd zo diep beproefd worden. Er zal op allerlei mogelijke wijze met de wederkomst gespot worden. Zij moet volharden in haar strijd tegen de zonde. De verleiding gaat Gods volk niet voorbij. Er staat niet dat die volharding kan geschieden in eigen kracht. De volharding vraagt een zeer afhankelijk leven. Zo zal de Kerk zalig worden. De benauwdheid zal niet eeuwig duren. Daar staat tegenover: die niet zal volharden zal verloren gaan. Velen zullen de strijd opgeven. Hun geloof blijkt niet het ware geloof te zijn.
En als we nog onbekeerd zijn? Er staat: En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden. Ook in het laatste der dagen zal Evangelie nog gepredikt worden. Alle volken zullen de boodschap van vrije genade horen. Heel de bewoonde wereld. Dat gaat ondanks alle tegenstand en afval door. Dit is voor de verwoesting van Jeruzalem al gebeurd in de toenmaals bekende wereld. Paulus schrijft: ‘Hun geluid is over de gehele aarde uitgegaan en hun woorden tot de einden der wereld’. Dat gebeurt ook nu nog. Petrus sprak op de Pinksterdag: ‘En het zal zijn, dat een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zalig zal worden’.
De houding ten opzichte van die boodschap zal bepalend zijn. Er staat: tot een getuigenis allen volken. Het woord getuigenis komt uit de rechtspraak. Het betekent een bewijs voor of tegen iemand. De houding ten opzichte van het evangelie zal een bewijs zijn van onze plaats in het eindgericht. Wat heeft die boodschap in ons leven uitgewerkt?
En dan zal het einde komen. Na al die waarschuwingen en roepstemmen zal de Rechter van hemel en aarde verschijnen. Dat zal een blijde dag zijn voor Gods kinderen. Guido de Bres schrijft: ‘Daarom verwachten wij dien groten dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften Gods, in Jezus Christus onzen Heere’. Maar dat einde zal ook het definitieve einde zijn van de genadetijd. U kunt nooit zeggen dat Hij zijn komst niet had aangekondigd. Het was hoorbaar en zichtbaar. Zijn wij bereid?
Ds. A. Schot