Ds. A. Schot
Antisemitisme heeft een diepere bron
Antisemitisme heeft een diepere bron
Veel is er al geschreven over antisemitisme. De verschillende vormen waarin antisemitisme wordt bedreven laat ik hier rusten. Antisemitisme wordt wel genoemd een ‘veelkoppig monster’. Het treedt op verschillende manieren naar buiten. Wel is het goed om onderscheid te maken tussen antisemitisme (Jodenhaar) en anti-judaïsme afwijzing van Joodse religie). Helaas worden deze twee thema’s soms verward met de verstrekkende gevolgen daarvan. Men komt dan zelfs tot de schrikbarende conclusie dat het Nieuwe Testament antisemitisch zou zijn. Waar het echter hier over gaat is de wortel van antisemitisme. Zolang we de wortel niet scherp hebben, blijft het dweilen met de kraan open.
Natuurlijk ben ik niet de eerste, die daarnaar vraagt. Wie zoekt naar de wortels van antisemitisme stuit op verschillende antwoorden. Op het sociale vlak wijst men op de vooroordelen die er zijn over het Joodse volk. Of op de behoefte aan de zondebok, om de problemen op af te schuiven. Theologisch gezien wijst men op de vervangingstheologie en de uitleg van Mattheus 27:25, de zogenaamde bloedtekst. Als het hier zou beginnen was de wereld lange tijd zonder antisemitisme geweest. Maar gaan de wortels van niet veel verder terug? Het antisemitisme is niet pas begonnen na de kruisiging van Christus (A.D. 33) en na de brand in het Rijksdaggebouw in Duitsland (1933). Het hele Oude Testament is vol van de strijd tegen het Joodse volk.
Naar mijn stellige overtuiging is antisemitisme een vorm van vijandschap tegenover God en Christus. In de eerste plaats vijandschap tegen Gods welbehagen. God maakte in Zijn verkiezend welbehagen een onderscheid tussen Jood en heiden. De Joden kregen een plaats, die zij naar onze berekening niet verdienden. In Genesis 9:27 lezen we de profetische woorden van Noach: ‘God breide Jafeth uit, en hij wone in Sems tenten’. De namen van Noachs zonen worden over het algemeen genoemd in de volgorde: Sem, Cham en Jafeth. Dat is heel opmerkelijk, want de chronologische volgorde is als volgt: Jafeth, Sem en Cham. De kanttekenaar schrijft bij Genesis 5:32: ‘Sem wordt hier de eerste gesteld, als een godvruchtig voorvader van onze Heere Jezus Christus, naar het vlees, mitsgaders van alle Hebreeën’. Sem betekent: naam. God heeft Zijn eigen Naam aan Sem verbonden. Niet de oudste zoon, maar de tweede zoon krijgt de grootste zegen. De Heere keert naar onze berekening de volgorde om en schuift Sem naar de eerste plaats. Dat gebeurt zo vaak in de heilsgeschiedenis. Denk aan de Jakob en Ezau en aan de zonen van Jozef. God bepaalt wie de grootste zegen krijgt, en dat is lang niet altijd degene die meent er recht op te hebben. Dat is Gods vrijmacht en daar moeten wij voor buigen. Gods vrijmacht is voor ons mensen niet het gemakkelijkste onderwerp. Zou hier niet de grondoorzaak liggen van het antisemitisme?
In de tweede plaats is antisemitisme een vorm van vijandschap tegen Christus. Christus is uit het Joodse volk voortgekomen. God verkoos Sem als de vader van de Messias en als de voorvader van het gehele Joodse volk. De Zaligheid is uit de Joden (Joh. 4:22). De Verlosser is Semiet. De heidenen worden genoemd mede-erfgenamen (Ef. 2:11-13). In het Oude Testament droeg Israël Christus in zich. Farao werpt zich op het Joodse volk. Haman begeert het Joodse volk uit te roeien. Het boek Openbaring leert dat de satan zich na de hemelvaart van Christus richt op de vrouw, die het Kindeke gebaard heeft. Er liggen nog altijd beloften voor de nakomelingen van Abraham. Deze beloften zijn in Christus ja en amen. Een antisemiet wil van deze bijzondere bevoorrechting niets weten.
Wat is de beste remedie tegen antisemitisme? Ontdekkende genade! Daar mocht de Kananese vrouw, uit het geslacht van Cham, iets van beoefenen. Zij heeft de bijzondere positie van de verloren schapen van het huis van Israël niet betwist. Zij was tevreden met een plaats onder de tafel. Wat zal het een wonder zijn voor zulke hondekens als ze tussen Abraham, Izak en Jakob mogen aanzitten. Het zal worden één kudde en één Herder.
Ds. A. Schot
Reformatorisch Dagblad, 11 oktober 2019