Ds. A. Schot
Gewetensdwang
Gewetensdwang
Begin dit jaar werd ik gebeld door een verslaggever van de regionale media in verband met een overheidscampagne om de vaccinatiegraad op de Veluwe te verhogen. Het ging over de bestaande vaccinaties, want het coronavirus was nog maar in beginstadium. In het interview heb ik mijn zorg uitgesproken over uit uitoefenen van gewetensdwang. Het vaccineren wordt in de kerken aan de gewetens van mensen overgelaten. Laat de overheid daaraan een voorbeeld nemen.
Na de uitbraak van het coronavirus, en de razendsnelle ontwikkeling van een vaccin, is mijn zorg over het uitoefenen van gewetensdwang alleen maar groter geworden. Het voortdurende verband dat gelegd wordt tussen de ontwikkeling van een vaccin en de vrijheid van samenkomen geeft te denken. Worden grondrechten straks aangetast omdat men zich bijvoorbeeld niet wil laten vaccineren?
Wanneer is er sprake van gewetensdwang? Ons geweten stelt ons in staat om onze daden te toetsen aan een bepaalde norm. Als wij die norm overtreden, begint ons geweten te beschuldigen. Als wij ons aan die norm houden, zal ons geweten ons geruststellen.
Voor de meeste mensen is de mening van de meerderheid de norm. Voor anderen is hetgeen een vooraanstaand iemand heeft gezegd de norm. Maar voor ons is Gods onfeilbaar Woord en Tien Geboden de norm. Dat er in de samenleving verschillende normen als gezaghebbend worden gezien leidt tot spanning. De overheid legt ons de norm van de Nederlandse wet op. Gods Woord legt ons de norm van Gods wil op. Aan beiden willen wij ons conformeren. De spanning ontstaat als deze twee elkaar kruisen. Gods onfeilbaar Woord is voor een christen doorslaggevend.
Gewetensdwang kan op twee manieren worden uitgeoefend. Men kan iemand verplichten tot handelingen die tegen zijn geweten ingaan. Men kan iemand ook bepaalde vrijheden ontnemen die hij of zij volgens zijn geweten heeft. Beiden veroorzaken een gewetensconflict.
Sommige dingen laten wij als het goed is aan het geweten over. Als de norm van Gods Woord en Wet geen uitsluitsel geeft, mogen we elkaar niet binden in het geweten. Maar sommige dingen laten wij niet aan het geweten over. Wij mogen elkaar gehoorzaamheid opleggen aan Gods Woord. Dat is immers voor ons als RD-lezers de gezamenlijke norm. Gods Woord is gewetensbindend. Het zou voor ieder schepsel de geldende norm moeten zijn. Helaas is ons geweten door de zonde aangetast en daarom niet altijd betrouwbaar. Het behoort tot de vorming van ons geweten om onze handel en wandel te richten naar Gods Woord. Het geweten moet gaan spreken als die norm in het geding is.
Ik zie echter verschillende vormen van gewetensdwang ontstaan. De gehoorzaamheid aan Gods Woord dreigt ons in een gewetensconflict te brengen als men ons dwingt die norm los te laten. HC Zondag 10 is voor een aantal mensen in Nederland leidend, ook in de coronacrises. Men raakt soms in gewetensnood door de regels in kerk en samenleving rond dit onderwerp. Maar evenzeer dreigt er een gewetensconflict te ontstaan als bijvoorbeeld de traditie verheven wordt tot norm boven Gods Woord. Niet alleen de heidenen veroorzaakten gewetensdwang bij christenen. Ook de farizeeën droegen er in hoge mate aan bij. Zij vulden Gods Woord naar eigen inzicht aan en legden de mensen allerlei lasten op, die te zwaar waren om te dragen. Zij deden de mensen dingen als zonden ervaren, die helemaal geen zonden waren. En hun geweten sprak niet eens als het ging om de zaak waar het werkelijk om moest gaan.
Paulus heeft goed beseft waar in deze zaken de sleutel ligt: de liefde, dat is de vervulling van de Wet. De liefde tot God en de liefde tot de naaste. Wie deze liefde niet heeft. is een klinkend metaal en een luidende schel. In Galaten 5 wordt gesproken over de christelijke vrijheid. Die vrijheid wordt ervaren in de gehoorzaamheid aan Gods wet. Paulus schrijft in vers 13 en 14: „Wat gij zijt tot vrijheid geroepen, broeders, alleenlijk gebruikt de vrijheid niet tot een oorzaak voor het vlees, maar dient elkander door de liefde. Want de gehele wet wordt in één woord vervuld, namelijk in dit: Gij zult uw naaste liefhebben gelijk uzelven.” Die liefde mis je in deze keiharde wereld en soms ook bij kerkmensen. „Waar liefde woont, gebiedt den HEER’ de zegen; Daar woont Hij Zelf, daar wordt Zijn heil verkregen, En ’t leven tot in eeuwigheid”.
Reformatorisch Dagblad, 18 juli 2020