Ds. A. Schot
De tijd van Chrisus’ geboorte
De tijd van Chrisus’ geboorte
Het tijdstip waarop Christus werd geboren was niet willekeurig. Een tijdstip van een geboorte is nooit willekeurig! We zingen met de dichter: “Ja, Gij, Wiens wijsheid nimmer faalt, hadt mijn geboortestond bepaald” (Ps. 139). De uitgerekende tijd is lang niet altijd de bestemde tijd. God heeft het ogenblik van de geboorte reeds van eeuwigheid bepaald. Dit is in de Kerstgeschiedenis ook terug te vinden. Lukas schrijft “dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou”. Deze vervulde dagen zien in de eerste plaats op de zwangerschap van Maria. Maar we mogen het ook breder zien. De geboorte van Christus was niet alleen een persoonlijke zaak voor Maria. De vervulde dagen voor haar, waren ook de vervulde dagen voor allen die de vertroosting Israëls verwachtten. Paulus spreekt in dit verband over de volheid des tijds (Gal. 4:4). Dit is in het kerkelijk spraakgebruik een staande uitdrukking geworden.
Wat heeft het tijdstip van Christus’ geboorte bepaald? Sommigen denken aan de tijdsomstandigheden. Onder Augustus deelde men na langdurige oorlogen eindelijk in de Pax Romana, de Romeinse vrede. Er werd één taal gesproken, namelijk het Koinè Grieks. De wegen ware zeer geschikt voor de verbreiding van de blijde boodschap. Zelfs de heidenen leken een zekere Heilandsverwachting te hebben, zo is in de geschriften van die tijd terug te vinden. Bovendien bood de verdraagzaamheid van het Romeinse rijk tegenover de verschillende godsdienstige opvattingen, uitstekende mogelijkheden. Toch geloven wij niet dat de omstandigheden het tijdstip hebben bepaald. Veel meer werden de omstandigheden door het tijdstip bepaald! De hele wereld is in beweging om het tijd is. Het tijdstip is gekozen in Gods eeuwige raad. En alle dingen moesten daaraan medewerken ten goede. De tijd moest vol worden.
De tijd van Christus geboorte was ook nauwkeurig voorzegd: De scepter zou van Juda niet wijken, noch de wetgever van tussen zijn voeten. (Jakob). Het huis van David zou verkeren in een vervallen staat (Jesaja). De zeventig jaarweken zouden verlopen (Daniël). De tweede tempel zou nog staan (Haggaï). Al die tijd leefde de kerk onder de zware dienst van de ceremoniële wet. De wetten hielden de kerk gevangen tot de Verlosser kwam om die te vervullen. Wat hebben de ware gelovigen uitgezien naar Zijn komst. Maar het tijdstip moest aanbreken.
Gods tijd is naar onze berekening vaak niet de beste tijd. In onze beleving is Gods tijd meestal aan de late kant, of beter gezegd veel te laat. Zo was het met de komst van Christus in de volheid des tijds. Zo is het met de openbaring van Christus in het hart. Zo is het ook met de komst van Christus op de wolken. En toch leren Gods kinderen niet alleen de plaats, maar ook de tijd te bewonderen. Maria zal de dagen afgeteld hebben. Het is opmerkelijk dat er niet staat dat de tijd vervuld werd, maar dat de dágen vervuld werden. Kent u dat aftellen van de dagen? Als het uitzien oprecht is, raakt de tijd een keer vol. “Heer’ wat zoudt Gij mij toch geven? Geef mij Jezus of ik sterf. Zonder Jezus is geen leven, Maar een eeuwig zielsverderf” (Barentzonius). Als de tijd rijp is kán Zijn komst geen uitstel meer lijden en hóéft Zijn komst geen uitstel meer te lijden. Dan ervaart de zondaar: “Uw komst is ‘t, die mijn heil volmaakt”.
Ds. A. Schot