Ds. A. Schot en anderen
Ouders van een gescheiden kind
Ouders van een gescheiden kind
Als je kind te maken krijgt met een scheiding…
‘Een scheiding is een onwerkelijke werkelijkheid, met alleen verliezers,’ vindt vader Hans*. ‘Feitelijk is het een voortdurend rouwproces waar geen einde aan komt,’ vinden vader Arjan* en moeder Anita*. Eén van hun kinderen ging scheiden en ze vertellen hoeveel pijn en verdriet dat met zich meebrengt en welke vragen dat oproept.
Aan het begin van het huwelijk van Hans’ dochter ging het redelijk goed. „Maar op een gegeven moment merkten we dat onze schoonzoon steeds afstandelijker werd en duidelijk in een andere gedachtewereld zat. Ogen zeggen soms meer dan een mond. Achteraf bleek dat hij steeds meer contact kreeg met een collega die het met de huwelijkstrouw niet zo nauw nam en daardoor belandde hij in kringen met verleidingen waartegen hij geen weerstand kon bieden. Hij was veel in het buitenland, ging naar allerlei feesten en kwam soms beschonken thuis. Het is diep en intens verdrietig op welke terreinen hij zich begaf. Met iemand die daar het leven in zoekt, kun je eigenlijk alleen maar veel medelijden hebben,” zegt Hans bewogen. „Mijn vrouw en ik hadden ook veel medelijden met onze dochter en haar kinderen. Zij zegt zelf dat ze er ook schuld aan heeft. Ze was heel druk met allerlei – overigens goede – zaken. Het is in een relatie belangrijk om tijd voor elkaar te hebben en daar voelt onze dochter zich wat in tekort geschoten,” legt hij uit. “Het deed verdriet om haar zo machteloos te zien staan. We probeerden met haar mee te leven en te zuchten. We stuurden onze schoonzoon met alle gebrek, maar vanuit liefde en bewogenheid heel wat mailtjes waarin we schreven wat we hem toewensten en wat de gevolgen zouden zijn als hij hiermee door zou gaan. We kregen geen enkel antwoord.”
Weggaan
Arjan en Anita constateerden ook vreemd gedrag in de relatie van hun kinderen, maar dan bij hun eigen zoon. „Hij was erg druk met zijn werk, keek vaak weg tijdens gesprekken en gaf vage antwoorden. Maar we dachten in de verste verte niet aan huwelijksproblemen,” vertelt Arjan. „Op een dag kwam onze zoon langs en vertelde dat hij meende veranderd te zijn door studie en werk en dat hij steeds meer moeite kreeg met de kerk. Medekerkgangers waren vaak alleen maar op zondag met godsdienstige dingen bezig en verder niet. Hij had er genoeg van. Uiteraard konden we dit op grond van de Bijbel ontzenuwen. Het is een persoonlijke zaak en wat een ander doet mag voor ons geen invloed hebben. Het feit dat hij veranderd was, was voor ons ook geen optie om af te haken, want iemand die op die leeftijd meent veranderd te zijn, kan dat ook weer ombuigen, desnoods met hulp. We vroegen hem bovendien wat er zou gebeuren met zijn gezin als hij niet meer naar de kerk zou gaan. Daar had hij al een oplossing voor. Hij kon beter ook maar bij zijn gezin weggaan, want anders zouden zijn kinderen ook niet meer naar de kerk gaan. We raadden hem aan om met zijn predikant te gaan praten.” Anita vertelt verder: „We lieten het bezinken en nodigden een paar dagen later zijn vrouw uit voor een gesprek. Dat vond ze heel fijn. We hoorden toen een heel ander verhaal. Ze had al enige tijd geleden appjes op de telefoon van onze zoon onderschept met een dubieuze inhoud en die waren van andere vrouwen, waarbij er één uitsprong. Toen ze vroeg wat dit was, zei hij dat dit een zakelijk contact was en dat het normaal spraakgebruik was. Vanaf dat moment is er een situatie ontstaan die lijkt op een nachtmerrie en die ons gezin tot op de dag van vandaag heftig beroert. Er kwamen steeds meer dingen openbaar. Als we onze zoon daarmee confronteerden, werden we gevangen in een web van leugens. Hij kwam steeds minder thuis en ging op zichzelf wonen om na te denken over zijn toekomst. Er was toen al geruime tijd een ander in het spel.”
Ook Anja en Arjan probeerden hun zoon te wijzen op zijn verkeerde gedrag. „We voerden intensieve gesprekken met hem en wezen hem op wat Gods Woord erover zegt en op wat hij zijn gezin aandeed. We raadden aan om samen in therapie gedaan. Dat deden ze, maar na twee keer haakte hij af. Het had allemaal geen resultaat. Uiteindelijk resulteerde ieder gesprek in heftige verwijten en beschuldigingen. Dat was een moeizaam proces. Bij ieder gesprek proberen wij hem weer te confronteren met zijn gedrag. We vragen ons af hoe lang je dat vol moet houden. Als we niets zeggen, voelen we onszelf schuldig omdat we hem niet gewaarschuwd hebben.”
Verantwoordelijkheid
Ook de e-mails die Hans naar zijn schoonzoon stuurde leken geen effect te hebben. „Als je een paar keer gemaild hebt en geen reactie krijgt, voel je je erg machteloos. Het houdt dan op den duur op. Ik denk sowieso dat het niet nodig is om je standpunten steeds te herhalen. Als je het één keer duidelijk benoemt, ligt de verantwoordelijkheid daarna bij die ander,” zegt Hans. „Ook vind ik het belangrijk om niet te oordelen. In het huwelijksformulier staat: ‘De getrouwden wil Hij zegenen en bijstaan, zoals Hij beloofd heeft; hen die in ontucht leven en overspel bedrijven, wil Hij daarentegen oordelen en straffen’. God zelf zal oordelen, dus dan hoeven wij onze schoonzoon niet meer te oordelen en te veroordelen. De kiem van alle kwaad zit in ons aller hart. Als je beseft dat je zelf geneigd bent tot alle kwaad, geeft dat begrip voor de ander. Het is dan een wonder dat je zelf niet in die zonden gevallen bent. Als onze schoonzoon deze weg gaat, is dat voor zijn eigen rekening. Ondervinding is de beste leermeester. Al blijven we natuurlijk altijd voor hem bidden. Waardevol is het Bijbelgedeelte waarbij de Heere Jezus wenende voor Jeruzalem staat en zegt: ‘Jeruzalem, Jeruzalem! gij, die de profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn! hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens bijeenvergadert onder de vleugels; en gijlieden hebt niet gewild.’ Hij, Gods Zoon, was met tranen bewogen. Zo mogen wij ook bewogen zijn met anderen. Het is vanuit dat perspectief denk ik goed om de deur altijd open te houden voor degene die in zonden is gevallen. Als zo iemand niet meer wil komen, moet dat aan hem- of haarzelf liggen en niet aan jou als ouders. Dat kan wel heel moeilijk zijn. Ik kan me voorstellen dat dat een heel verwerkingsproces is.”
Hans, waarbij de scheiding al wat langer geleden plaatsvond, probeert er altijd nuchter tegenaan te kijken. „Ik was jarenlang ambtsdrager en kreeg toen ook heel wat op m’n bord. Waar ik was, gaf ik me voor honderd procent, maar daarna liet ik het probleem liggen waar het lag, anders zou ik er zelf aan onderdoor gaan. Ik ben daar dus al wat in geoefend. Ds. van Dam kwam weleens bij havenarbeiders met grote problemen en ruzies. Samen met een ouderling probeerde hij daarin bij te sturen. Op de terugweg vroeg de ouderling: ‘Kunt u er vannacht wel van slapen?’ Dan antwoordde de dominee: ‘Ja hoor. Ik doe mijn best en als zij elkaar op willen eten, moeten ze het zelf maar weten.’ Je kunt niet alles oplossen, maar mag leren beoefenen: ‘Wentel uw weg op de HEERE, en vertrouw op Hem; Hij zal het maken’ (Psalm 37:5). Maar dat gaat niet op onze tijd en onze wijze. Alleen Gods Geest kan een mens vernederen en vertederen. Als je er zelf met je vingers tussen zit, kun je het alleen maar vernielen. Het is goed om als een bedelaar te bedelen: ‘Leer ons Uw weg”.
Rouwproces
Verslagenheid, slapeloze nachten, veel verdriet en een berg gepieker waren voor Anita en Arjan het gevolg van de scheiding van hun zoon. „Je ziet niet alleen je schoondochter en kleinkinderen veel verdriet hebben, maar raakte ook min of meer je kind kwijt. Hij blijft altijd welkom. Als hij enkele weken niet geweest is, verlangen we ernaar om hem weer te zien. Maar als hij er is, hoop je dat hij niet langer blijft dan een half uur, want dan is er geen gespreksstof meer. Zijn nieuwe relatie is niet bespreekbaar voor ons, dus daar vragen we niet naar, maar ook in hun gezamenlijke vakanties zijn we niet geïnteresseerd. Wat blijft er dan nog over? Je verlangt terug naar de persoon die hij was, maar dat is voorbij. Niets is meer hetzelfde, zoals familiedagen en verjaardagen. Feitelijk is het een voortdurend rouwproces waar geen einde aan komt, omdat de betrokkene nog leeft,” vertelt Arjan. „Daarnaast verwijten we onszelf dat we het niet eerder in de gaten hadden en dan wellicht in hadden kunnen grijpen. Daarnaast vragen we ons af wat de oorzaak is dat ons kind dit doet. Hebben we fouten gemaakt in de opvoeding? We zoeken tot in het oneindige naar dingen die wellicht anders hadden gemoeten en proberen een verklaring te vinden. Soms moeten we onszelf toespreken en niet alle schuld naar onszelf toehalen. We beginnen erin te berusten, maar verder komen we niet. Bidden is het enige dat we nog kunnen en moeten doen, ook als dat in alle gebrek en tekort is. Onze zoon weet ook dat we voor hem blijven bidden. Als mens zou je zo graag resultaat op je gebed willen zien, maar de Heere werkt anders.”
De relatie van Arjan en Anita met hun schoondochter is nog wel heel goed. „We willen haar en het gezin in alles steunen. Maar met de nieuwe relatie van onze zoon willen we geen contact. Door omstandigheden hebben we haar een keer ontmoet en dat was geen plezierige kennismaking. Dat wensen we niet te herhalen. Zolang onze zoon niet getrouwd is, erkennen wij zijn relatie niet, ongeacht de gevolgen. Ook zullen we hem niet bezoeken.”
Bidden
Hans en z’n vrouw hebben geen contact meer met hun ex-schoonzoon. Maar met hun eigen dochter is de band goed. „Daarin is altijd vertrouwen over en weer geweest. Daar zijn we heel blij mee. Ook met de kleinkinderen is de band gelukkig goed. Zij hebben heel wat te verwerken en dat is niet zo eenvoudig. Zeker niet als je als jong kind al zulke heftige dingen meemaakt. Dat is verdrietig om te zien. Eén van de kleinkinderen trekt heel erg naar zijn vader en die zien we bijna nooit. Dat is jammer, want ik gun hem het Goede en mijn vrouw en ik bidden er veel voor. Ook hierin geldt dat je niet alles op je rug kunt nemen. Ik probeer deze weg eveneens op de Heere te wentelen.”
Kader
Tips voor gehuwden van Hans:
Tips voor gehuwden van Anita en Arjan:
*I.v.m. privacy zijn deze namen gefingeerd
Tekst: C.A.Schipaanboord-de Vos,
GezinsGids
„Wat brengt de zonde toch teweeg,” verzucht ds. A. Schot. Hij beantwoordt wat vragen waar ouders van gescheiden kinderen mee kunnen worstelen. Zoals: Wat is je taak hierin als ouders? Hoelang blijf je waarschuwen? Moet de deur open blijven staan?
Wat kun/moet je als ouder doen als je merkt dat het huwelijk van je kind niet (meer) zo goed loopt?
„Als er voldoende vertrouwen is van beide echtelieden kan een ouder door levenservaring proberen te wijzen op klippen en oplossingen die de praktijk henzelf leerde. Laat in ieder geval de bemoeienis van ouders altijd dienstbaar zijn aan herstel als het huwelijk Bijbels gezien niet ontbonden mag worden. Een ouder kan goede invloed hebben, maar voorzichtigheid is geboden. Bemoeienis van ouders kan ook veel meer stuk maken dan helen. De Bijbel leert ons dat we als ouders wat meer op afstand komen te staan als onze kinderen in het huwelijk treden. ‘Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aankleven; en zij zullen tot een vlees zijn’. Soms komen er juist spanningen in huwelijken omdat ouders zich er te veel mee bemoeien. Het is niet altijd verstandig om je als ouder te mengen in de huwelijksproblemen van je kinderen. De praktijk leert dat ouders vaak direct partij kiezen voor hun eigen kind, met alle gevolgen van dien. Men verliest er dan vaak ook de kleinkinderen door. Soms is het beter om naar iemanEed te verwijzen die de zaak objectief kan beoordelen.”
Wat is de taak van ouders als hun kind in een scheiding terecht komt?
„Ik zou in de eerste plaats willen wijzen op het gebed in een dergelijke periode. Laten wij het verdriet niet onderschatten dat ouders meedragen over de huwelijksproblemen van hun kinderen. In het pastoraat zag ik daarover menige traan. Er wordt weleens gezegd: kleine kinderen, kleine zorgen, grote kinderen, grote zorgen. De ervaring van ouders is dat zij vaak machteloos staan. Zij moeten inleven dat het gebed soms echt het enige is dat overblijft. Maar zou er voor de drieënige God, wiens naam onze kinderen aan hun voorhoofd dragen, iets te wonderlijk zijn?
Een ouder blijft ouder, in welke omstandigheden dat onze kinderen ook terechtkomen. En een rechtgeaarde ouder houdt van zijn/haar kinderen. Liefhebben mag ten allen tijde. Maar dit geldt niet alleen eigen bloed, maar ook onze aangetrouwde kinderen. Ik denk niet dat het Bijbels is om over hen te spreken als ‘de koude kant’. Het ware te wensen dat alle relaties waren zoals die van Ruth en haar schoonmoeder Naömi.
De taak van een ouder is om, indien mogelijk, een ongeoorloofde scheiding te voorkomen. Helaas zie ik weleens gebeuren dat ouders echtscheiding van hun kind juist regelen of te bevorderen. Soms is de reactie van ouders dusdanig dat het alleen maar verwoestend werkt. Een zoon of dochter meteen onderdak bieden in plaats van de weg naar huis te wijzen, lijkt mij bijvoorbeeld een verkeerde ouderbeslissing. Tenzij er sprake is van lichamelijk of psychisch geweld.”
Zijn ouders medeverantwoordelijk voor de scheiding?
„Dat hangt ervan af welke rol de ouders erin gespeeld hebben. Er zijn scheidingen waar ik ouders medeverantwoordelijk voor houdt. Sowieso kunnen we zelf als ouders nooit zeggen dat ons geen blaam treft. Ieder die wat zelfkennis heeft, zal zich schuldig weten als het met het huwelijk van de kinderen misgaat. Ook zie je soms van geslacht tot geslacht dezelfde problemen. Maar we kunnen dat natuurlijk niet allemaal op ons voorgeslacht schuiven. Kinderen hebben een geheel eigen verantwoordelijkheid. Ik sprak jongelui die actief aan huwelijkstoerusting deelnemen om niet in dezelfde valkuilen als hun ouders te vallen.”
Hoe ga je om met een zoon of dochter die vreemdging of op een andere manier de oorzaak is van een gestrand huwelijk?
„Een gulden regel in zulke gevallen is: Afstand nemen van de zonde en de zondaar niet wegstoten. In de praktijk is het niet altijd eenvoudig om aan beide zijden van de regel recht te doen. Maar laat dat in ieder geval het richtsnoer zijn. Natuurlijk zullen er redenen aan te voeren zijn dat de zoon of dochter vreemdging. In de gevangenis heeft ook iedereen wel een verklaring voor zijn gedrag. Maar zonde blijft zonde. Als iemand in de zonde volhardt, komt de omgang wel onder druk te staan. Voor de zondaar zelf mag echter de deur open blijven staan.”
Moet de deur ook openstaan voor een eventuele nieuwe vriend/vriendin en diens kinderen?
„In principe niet. Als men de nieuwe vriend(in) ontvangt, legaliseert men daarmee -naar mijn bescheiden mening- ook de zonde. De grenzen zijn hier flinterdun. Als men geen lijnen trekt vloeien de grenzen direct in elkaar over. Dezelfde dillema’s zie je bij ouders van kinderen die een relatie met hetzelfde geslacht praktiseren. Vaak wordt gezegd: wij staan er als ouders niet achter, maar als we het niet toestaan, zijn we ook het contact met ons kind kwijt. Het is wel heel droevig dat kinderen op die manier hun ouders onder zo’n gewetensdruk zetten. Voor de ouder ligt er toch wel ergens een grens. Christus sprak: ‘en die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig’. Probeer in ieder geval, als de situatie het toelaat, te laten merken dat u van uw kind blijft houden. Rouwverwerking om een levend kind is ontzettend zwaar! Er kan echter een moment komen dat men de deur ook voor hen openzet. Dat is per geval verschillend en daarom durf ik daar geen algemene uitspraken over te doen. Maar het zou kunnen komen tot een schuldbelijdenis. Of als er eenmaal een huwelijk is aangegaan is het niet onze taak om eerst te eisen dat dat huwelijk weer ontbonden wordt. Dan zijn we immers bezig om zonde op zonde te stapelen. Maar in beginsel zou ik zeggen: nee.”
Moeten eventuele kinderen erkent worden als kleinkind?
„Kinderen zijn in een scheiding altijd het kind van de rekening. Laten we beseffen dat deze kinderen aan heel de situatie niets kunnen doen. Als je aan zo’n kind wat liefde kwijt kunt, moet je dat doen. Maar aanvaarden als kleinkind lijkt me wat geforceerd.”
Hoe lang blijf je je kind, dat vreemdging, confronteren met zijn/haar foute daden?
„Hier ligt een groot spanningsveld. Aan de ene kant kun je niet aan de gang blijven, aan de andere kant kun je ook niet doen alsof het allemaal normaal is. Ik denk dat onze houding soms meer zegt dan woorden. De woorden houden een keer op. Maar het verdriet in onze ogen, de bewogenheid in ons gebed en de liefde in de omgang, laat zien dat het ons verdriet is. Het hoeft niet altijd verbaal of negatief te zijn. Duwen en trekken kunnen twee manieren zijn om iemand van zijn plaats te krijgen.”
Hoe kun je onbevangen met je kind praten, terwijl er zoveel emoties leven, zoals boosheid?
„Boosheid kan vanuit een verkeerde intentie zijn. Bijvoorbeeld als we merken dat er over onze familie gepraat wordt en we bang zijn dat onze naam eraan gaat. Boosheid krijgt een andere klank als wij zien wie we zelf zijn en wie we behoorden te zijn. De Heere is lankmoedig over ons. Ik denk dat dit de beste manier is om zachtmoedigheid en lankmoedigheid te betrachten. Het uitgieten van boosheid heeft geen zin. Als kind ben je meestal meer geraakt door de pijn in de ogen van je ouder dan door hun boosheid. Maar als ouder ben en blijf je een mens en het kan zijn dat je toch onbehoorlijk boos bent geweest in het verwerkingsproces. Zeg eerlijk tegen je kind dat wat je zei wel klopte, maar dat de manier waarop het gezegd werd niet juist was. Het siert ouders als zij hun fouten erkennen. Het verlaagt hen niet, maar dwingt juist respect af.”
Wat zou u ouders van gescheiden kinderen mee willen geven?
„Aan moedeloze ouders zou ik mee willen geven: lees eens wat mensen als Jakob en David met hun kinderen meemaakten. Zulke geschiedenissen lees je dan heel anders. Het waren kinderen van God, die in hun kinderen een spiegel voor gehouden kregen. Als je zelf ingeleefd hebt een geestelijke hoereerder te zijn, kun je niet boven je zondige kinderen uitkomen. In de weg van verootmoediging en boetvaardigheid heeft de Heere deze beide vaders zeer vertroost. Zij mochten zien dat de Heere ondanks alles de God van Zijn volk blijft. David mocht zich aan het eind van zijn leven rijk getroost weten met de woorden: Hoewel mijn huis alzo niet is bij God, nochtans heeft Hij mij een eeuwig verbond gesteld, dat in alles wel geordineerd en bewaard is; voorzeker is daarin al mijn heil, en alle lust, hoewel Hij het nog niet doet uitspruiten (2 Sam. 23:5).”
Tekst: C.A.Schipaanboord-de Vos,
GezinsGids