Ds. A. Schot
Interview jongerendag 2009
Interview jongerendag 2009
Wie is Dominee Schot?
Geboren onder de rook van Rotterdam, in Poortugaal, groeide hij op in Hoogvliet in een gezin van zes kinderen. Dominee Schot heeft altijd iets met jongeren gehad. Na zijn studie is hij 8 jaar groepsleerkracht geweest in de bovenbouw van de Petrus Datheenschool te Rotterdam. Daarna volgde hij de studie aan de theologische school en volgden vijf jaar als predikant te Krimpen aan den IJssel. Sinds 2003 is ds. Schot verbonden aan de Gereformeerde Gemeente te Nunspeet.
‘Ik werd gebracht aan de theologische school. Ja zo heb ik dat mogen ervaren. Kort na ons huwelijk kwam daarover enige duidelijkheid in mijn leven’. Ds. Schot heeft zelf nooit gezocht om predikant te mogen worden. ‘Ik heb er (en ik zeg het tot mijn schaamte), meer tegen gevochten dan dat ik bereidwillig was. Dat strekt niet tot mijn eer. Na mijn attest van de kerkenraad preekte ds. Melis over ‘Uw Wil geschiede’, toen heb ik die jaren van vechten teruggekregen. ‘De Heere heeft me gewillig gemaakt’
In mijn loopbaan als onderwijzer heb ik me altijd aangetrokken gevoeld tot de jeugd. Vroeger was dat vooral het jongere kind, zeg maar: de bovenbouw van de basisschool. Het oudere kind, de jongere is veel meer in beeld gekomen door het predikantschap en ons opgroeiende gezin. Wie zijn de jongeren van tegenwoordig? Het maakt nogal uit waar ze wonen. De jeugd van Krimpen aan de IJssel of Nunspeet is niet anders, maar ze vertonen wel ander gedrag. De zorgen op het platteland zijn anders dan in de stad. ‘Ik denk weleens dat de verleiding voor jongeren op het platteland veel sterker is dan in de stad. In dorpen leeft iedereen met elkaar. Grenzen vervagen dan snel. In de randstad zijn kerkelijke jongeren veel meer op elkaar aangewezen. Maar ook dat brengt gevaren met zich mee.
Wat is de houding van de jongeren ten opzichte van het woord?
‘Ik mag zeggen dat sommigen heel betrokken zijn. Je merkt een stuk bewogenheid in de persoonlijke gesprekken met jongeren. Heel fijn om zo met jongeren om te gaan waarbij je merkt dat het Woord ze raakt. Helaas lijken veel jongeren ook onverschillig. Maar achter die weerbarstige buitenkant, kan een gevoelig hart schuil gaan.
Hoe komt een predikant in contact met jongeren? Vooral via het catechetisch onderwijs. Je probeert ook op catechisatie ook wat in gesprek te komen met jongeren over wezenlijke zaken. De jongeren van 2009 zijn een stuk mondiger geworden. Je merkt dat jongeren ook via de mail durven reageren naar aanleiding van de preek. Soms zijn dat kritische vragen, maar het is te waarderen dat ze die wel stellen. Dat maakt een gesprek mogelijk. Jongeren zijn belezen, en vormen hun mening op basis van meerdere informatiebronnen. ‘Meestal reageer ik dan ook terug via de mail of ik maak een afspraak voor een gesprek’. Nog niet zo lang geleden kreeg ik van een jongere een openhartige ontboezeming hoe deze naar een preek geluisterd had. Ik mocht die jongere even in het hart kijken; dat is groot!’.
Jongerendag 2009
Als je gevraagd wordt om voor zoveel jongeren te spreken, voel je je verantwoordelijkheid als predikant en als vader. Ondanks de drukte durf ik me dan aan zo’n vraag niet altijd te onttrekken. Als vader van tien kinderen besef ik dat tijdsbesteding zo belangrijk is. De vorst der duisternis heeft zoveel middelen om onze jongeren van de dienst des Heeren af te trekken. En bovendien wordt van ons gevraagd hen een betrouwbaar geluid te laten horen.
De Jongerendag heeft een heel mooi thema: Water & Vuur. Wat is nu het hart van de boodschap als het gaat om ‘Water’? Een belangrijk aspect is de absolute onmisbaarheid van het water van de Heilige Geest. Zonder water is er geen leven, zonder water is er de dood. In Jesaja 44 lezen we dat het water van de Geest niet alleen valt op het dorstige, maar ook op het droge. Mensen die niet naar de Heere vragen worden opgezocht; wat een genade!
Water wordt pas echt relevant als er sprake is van dorst. Maar wat is dorsten? ‘Van echte dorst sterf je als er geen water is. Zolang je nog door kunt leven valt het wel mee met de dorst. Zelfs het dorsten kan de mens van nature niet. Het is een werk van de Heilige Geest. De Heere werkt deze dorst ook nog in 2009. Waar valt dat water? Niet in de wereld, maar in de kerk. Daarom is het een voorrecht om met water gedoopt te mogen zijn. In de doop bevestigt God de belofte aan Zijn levende Kerk gedaan ‘Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten en Mijn zegen op uw nakomelingen’.
De jongeren nu leven in een roerige tijd. De multimediale samenleving heeft goede dingen gebracht, maar heeft ook veel negatieve gevolgen voor onze jongeren. Grenzen tussen kerk en wereld vervagen. Ook op kerkelijk gebied is er zoveel te koop. Al die prikkels en signalen leiden ook tot verwarring onder jongeren. Ds. Schot: ‘Als het gelegen komt vertel ik weleens iets uit mijn persoonlijke leven. Het horen hoe de Heere werkt maakt dat indruk op jongeren. Je merkt dat er een sterke behoefte aan is. Het wordt zo gemist in onze tijd.
Dat sommige jongeren zich minder verbonden voelen met de Gereformeerde Gemeenten komt ook omdat historisch besef minder wordt. Als je niet weet waarom of waaruit je kerk is ontstaan is, besef je de waarde er niet van. Jongeren geven aan dat zijn op zoek zijn naar een kerk waarin ze zich goed voelen, ze laten zich leiden door hun gevoel. Dat kunnen ze vaak niet eens dogmatisch onderbouwen. Daarom probeer ik op de belijdeniscatechisatie wel aandacht te besteden aan de wortels van de gemeenten. Er wordt weleens gedacht dat wij een zware kerk zijn, maar het tegenovergestelde is waar. Ik hoorde pas een voorbeeld van twee mensen die verkering kregen. De jongen uit onze gemeente trok naar de kerk van het meisje; waar het allemaal wat vrijer was en dat meisje werd juist aangetrokken tot de kerk van de jongen. Toen die jongen vroeg waarom zei niet liever samen naar haar kerk zou gaan antwoordde dit meisje: ‘dat vind ik zo’n zware godsdienst. Bij ons hoor ik dat ik alles zelf moeten doen, en dat kan ik niet. Bij jullie hoor ik dat de Heere alles doet’. En dat is toch de leer waarvoor wij mogen staan, zalig worden alleen uit vrije genade.
Veel wordt er georganiseerd voor jongeren uit allerlei kerkelijke hoek. Fijn dat er weer een Jongerendag van onze eigen kerk is. De rivier Gods is nog vol waters en daarom kan het nog. We hoeven niet mismoedig te zijn ondanks het grote verval. De gelijkenis van het grote avondmaal leert ‘en nog is er plaats’. En dát mag ook doorklinken tot onze jongeren in 2009!
Ds. Schot, 14 april 2009