Ds. A. Schot
Toegerust om de Koning te ontmoeten?
Toegerust om de Koning te ontmoeten?
Omdat Gods Woord en wet een discussiepunt werden, kent de reformatorische achterban nu een generatiekloof. Wat is nodig?
Als huidige generatie RD-lezers hebben we een gezamenlijke geschiedenis. Die gezamenlijkheid deed in het verleden de behoefte gevoelen aan een eigen dagblad. Een Reformatorisch Dagblad. In de geest van gezamenlijkheid kwam het er. Ondanks wat op ons afkwam, stonden we voor de zaak. Zo mochten we een krant krijgen en houden.
Waarin bestond onze gemeenschappelijke basis? We vonden elkaar in wat voor ons onopgeefbaar was: Gods onfeilbare Woord en Gods heilige wet. Daaraan viel niet te sleutelen. Zo behielden we onze plaats als reformatorisch volksdeel in een seculariserend land. Er ging toch nog een getuigenis uit van de nazaten der Reformatie. Maar de panelen gingen schuiven. En snel ook! Eerlijk gezegd: ik houd het niet meer bij.
Het nieuws van vandaag wordt vooral gestempeld door interne verdeeldheid. De kerkpagina’s melden voortdurend discussies die woeden in de reformatorische achterban. Die gaan niet over bijzaken.
Ons volksdeel had altijd een zekere bandbreedte. Voor dat dilemma zag een reformatorische krant zich geplaatst. Dat lijkt me al niet gemakkelijk. Maar het gezag van Gods Woord en de gehoorzaamheid aan Gods wet waren geen discussiepunt.
Inmiddels vertoont dit gezamenlijke fundament grove scheuren. Het Schriftgezag werd een discussiepunt. De vraag ”Hoe lees je de Bijbel?” wordt niet meer gelijkluidend beantwoord. Opvattingen over de naleving van Gods wet werden al eerder een discussiepunt. Zonden mogen niet meer als zonden benoemd worden. Een deel van de reformatorische achterban vindt dat liefdeloos. En het RD verslaat deze dingen, dat begrijp ik. Maar zij die hun abonnement blijven aanhouden, hebben de krant vooral omdat zij Gods Woord en wet getrouw willen blijven. Er is geen alternatief. En juist zij worden voortdurend geconfronteerd met de scheuren in het gemeenschappelijke fundament. Nu we deze gemeenschappelijke basis verliezen, ziet het er somber uit. Het gevaar van plotselinge instorting door vermolming is reëel aanwezig.
Wat hebben we nodig? Deze dingen kwamen mij voor de geest bij de voorbereiding van een preek over de aankondiging van de geboorte van Johannes, door Gabriël. Er was toen een kloof tussen voorgeslacht en nageslacht. Net als vandaag. Hoe zouden de voormannen van onze kerken nu naar onze kerkverbanden kijken? En de oprichters van de SGP tegen huidige ontwikkelingen? Hoe zouden de RD-oprichters het nieuws van nu beoordelen? Hoe zouden de vaderen onze reformatorische scholen waarderen? Je hoeft geen kerkhistoricus te zijn om te concluderen dat er een kloof is.
Johannes zou komen om de kloof tussen vaders en kinderen, tussen voorgeslacht en nageslacht te dichten. Hij mocht ervoor zorgen dat de ongehoorzame kinderen weer terugkeerden naar de voorzichtigheid van de vaderen. Hoe? Door te verschijnen in de geest en de kracht van Elia.
De geest van Elia was een geest van onverschrokkenheid. Hij trad alléén op tegen honderden priesters van Baäl. De kracht van Elia was de kracht des Geestes. In zichzelf was hij een mens als ieder ander. Maar door de Heilige Geest kreeg hij vrijmoedigheid om de dingen bij name te noemen.
Zo ook Johannes de Doper. Hij sprak de vrome mensen aan als adderengebroedsels. Hij riep de ongehoorzamen aan Gods wet op tot bekering. Wat kreeg deze reformator grote zegen op zijn werk. Hij mocht de Heere een toegerust volk bereiden.
Christus’ laatste komst is aanstaande. Is ons volksdeel toegerust om de Koning te ontmoeten? Eliza vroeg of twee delen van Elia’s geest op hem mochten zijn. Het mag ons gebed wel zijn of twee delen van Johannes mogen zijn op allen die verantwoordelijkheid dragen in de kerk. Als de scheurlijnen getrokken worden door Gods Woord en wet, verliezen we wel een deel, maar houden we een vast fundament over.
Reformatorisch Dagblad, 20 december 2019