Ds. A. Schot
Vernieuwing van het hart
Vernieuwing van het hart
De Bijbel spreekt van dood en leven. Maar hoe kan een dode zondaar levend worden gemaakt?
Dat beginnende leven werkt de Heilige Geest, zegt ds. Schot. Zo is het ook in de natuur. “Neem bijvoorbeeld Psalm 104. Daarin staat dat de Geest het gelaat des aardrijks vernieuwt. In Johannes 1 lezen we: Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; Welke niet uit den bloede, noch uit den wil des vleses, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn.” De dominee gaat even verzitten en wijst op een gevaar. “Mensen zeggen weleens: begin zelf maar aan dat nieuwe leven. Maar je kunt geen is-gelijk-teken zetten tussen het werk van de mens en het werk van de Heilige Geest. Als ik alleen zou preken wat de mens kan, dan ben ik gauw klaar. Maar ik hoor ook te preken wat de mens moet, de eis. En let wel, moeten betekent hier niet: kunnen. Het is de vraag waar het je brengt. In de onmogelijkheid?”
Nieuw hart
“Gebruik de middelen. Smijtegelt zegt dat als je nat wilt worden, je in de regen moet staan. Met andere woorden: gebruik de middelen. Ga naar de kerk en luister naar het Woord. Wees werkzaam daaronder. Bid om de werking van de Heilige Geest.”
Ds. Schot geeft aan dat er twee risico’s zijn. Aan de ene kant verwachten dat de middelen je zalig kunnen maken. Aan de andere kant de middelen verachten. En dat is een spanningsveld.
De predikant moet een juist evenwicht hebben tussen de totale onmogelijkheid van de mens en de volle verantwoordelijkheid van de mens. “Of de nadruk van de preek komt te liggen op de verantwoordelijkheid of op het welbehagen van God, dat moet uit de tekst blijken. De tekst geeft de doorslag.”
Hij heeft een zekere huiver voor het vergeestelijken van een tekst. “Ik spreek liever over het trekken van geestelijke lessen uit een tekst. Als we vergeestelijken doen we de tekst geen recht en lopen we ook vast. Daar is de tekst niet voor bedoeld. Soms kan het zijn dat de nadruk valt op één aspect uit het geestelijk leven.”
Kenmerken
Dominee Schot vindt het belangrijk dat in de preek wordt aangegeven hoe het krijgen van een nieuw hart precies gaat. “De Bijbel is vaak ook beschrijvend over het werk van de Heilige Geest. Een tijdgelovige meent bij Christus te zijn, maar hij mist de verbrokenheid van het hart. De zondekennis is er niet. Alleen vreugde. Erskine vergelijkt het tijdgeloof met een klimop die rondom de stam kleeft. Maar het heeft niet dezelfde wortel als de boom.”
Op de vraag of in de prediking benoemd moet worden wat wél en wat géén waar geloof is, antwoordt de predikant volmondig: “Absoluut! De Heere Jezus deed dat ook in de gelijkenissen. Denk maar aan de wijze en de dwaze bouwer. En de gelijkenis van de wijze en dwaze maagden. Of de gelijkenis over het onkruid en de tarwe. Als dit onderscheid achterwege wordt gelaten, brengt dat het gevaar met zich mee dat de mens zichzelf zaken toe-eigent. Toetsing aan het Woord is daarom belangrijk. ”
Kritiek op de prediking
Er zijn mensen die kritiek hebben op de prediking binnen de Gereformeerde Gemeenten. Zij vinden dat er te veel nadruk gelegd wordt op het eenzijdige werk van de Heilige Geest en te weinig op de verantwoordelijkheid van de mens. De Nunspeetse predikant herkent die beschuldiging wel, maar hij onderschrijft die niet. “Het is goed als de verantwoordelijkheid genoemd wordt. Maar dat betekent nog niet dat het vermogen van de mens er ook daadwerkelijk is. Dat brengt de zondaar nog niet tot Christus. Het is onmogelijk om door eigen werken zalig te worden.”
Wat verstaat ds. Schot dan onder het aanbod van genade? “In Lukas 2 gaat het over de herders. Zij maakten alom bekend het woord dat hun van dit Kindeken gezegd was. Dat betekent niet dat Jezus voor alle mensen is gestorven, maar wel dat aan iedereen bekend gemaakt moet worden wat er in die Jezus te vinden is. Juist voor de grootste zondaar. Tegelijkertijd mag een predikant niemand rust geven, totdat de Zaligmaker gevonden is. Ellendekennis is niet genoeg. Verlossing is ook nodig.”
Aan de andere kant wordt er ook kritiek geuit dat mensen te snel rust wordt gegeven. Er wordt dan gezegd dat God al in hun leven begonnen is, zonder dat ze weten van verlossing. Ds. Schot vervolgt: “Er is een weg naar Christus. Wat is die weg? Velen leren dat de bekering begint bij de omhelzing van Christus. De zonden zijn op dat moment ook vergeven. Er is dan geen leven voor de kennis van Christus. Het is wel waar dat er geen grond voor de zaligheid buiten Christus is. Maar ontdekking van zonden en droefheid naar God vloeien ook voort uit de verdiensten van Christus. Kennis van Hem is noodzakelijk, maar moet je daarom alles wat daarvoor begonnen is, verwaarlozen? Ook voor de kleine in de genade is er een boodschap. Jezus zegt tegen Petrus eerst: Weid Mijn lammeren en daarna: Hoed mijn schapen. Een lammetje heeft juist liefdevolle zorg nodig. Ik heb veel waardering voor Comrie. De betekenis van de voorbeelden die hij gebruikt, zie ik ook terug in de Bijbel. Hij maakt zo’n duidelijk verschil tussen geloof (dat geplant moet worden) en geloven (als daad). Dat heeft invloed op onze prediking. Dat wil niet zeggen dat ik hem wil verheerlijken boven andere oudvaders of puriteinen. Ze zijn me allemaal lief.”
Evangelische beweging
Mensen uit de evangelische beweging praten liever niet over zondebesef. Is dat wel nodig? Volgens dominee Schot kan er zonder zondekennis geen sprake zijn van bekering. “Wet staat tegenover Evangelie. Er bestaat geen wettische bekering, wel een evangelische. De manier waarop de Heere een mens stilzet, kan onderscheiden zijn. De een wordt krachtig getrokken, de ander liefelijk. Maar hoe dan ook: om Christus te kennen, moet er altijd kennis van je ellende zijn. Hoe weet je anders waar je van verlost moet worden?”
In zijn gemeente zijn er ook jongeren die de aantrekkingskracht van de evangelische beweging voelen. Deze beweging straalt een zekere warmte uit. De dominee geeft aan dat de kerk niet vrijuit gaat en dat zichzelf moet aantrekken. Hij wijst ook op de gevaren van de evangelische kerken. Zo weigeren ze de drie formulieren van enigheid te erkennen. “Ze gaan dus buiten het spoor van de belijdenis. Dat is veelzeggend. Laatst hoorde ik van een meisje uit mijn gemeente dat op een Jij Daar-avond werd gezegd: Jij bepaalt waar je de eeuwigheid doorbrengt. Ronduit schokkend en een totale ontkenning van de uitverkiezing.”
Hoopvolle toekomst
De mens kan alleen maar het kwade kiezen. God zoekt door Zijn barmhartigheid de zondaar op in zijn verlorenheid. “Hoe meer je God leert kennen in Zijn rechtvaardigheid, hoe meer je gaat roemen in Gods goedheid. Je wordt dan ook gunnend en bewogen naar anderen toe. Als het voor mij kan, dan kan het voor jou ook. Het is zo goed om Hem te kennen en te dienen! Uw liefdedienst heeft mij nog nooit verdroten. Toen ik 23 jaar was, nam ik voor de eerste keer deel aan het Heilig Avondmaal. Ik dacht: Nu kan ik sterven. Het ligt vlak tussen Christus en mijn ziel.” Later heeft de Heere mij geleerd dat alles nog niet opgelost was, al dacht ik toen van wel.
De dominee is hoopvol gestemd als hij spreekt over de jongeren. Hij pakt zijn Bijbel en bladert naar Jesaja 59 vers 21: Mij aangaande, dit is Mijn verbond met hen, zegt de HEERE: Mijn Geest, Die op U is, en Mijn woorden die Ik in Uw mond gelegd heb, die zullen van Uw mond niet wijken, noch van den mond Uws zaad, noch van den mond van het zaad Uws zaads, zegt de HEERE, van nu aan tot in eeuwigheid toe. “Deze belofte geldt de Verlosser van Sion en degenen, die zich bekeren van de overtreding. Wat een troostvol Woord, hè? Daarom heb ik nog verwachting voor jonge mensen.”
Ds. A. Schot,
Daniël (JBGG), 19-03-2015