Ds. A. Schot
Bezinning op het catechetisch materiaal
Bezinning op het catechetisch materiaal
Op de laatste Generale Synode kwam via de instructies van twee particuliere synodi het onderwerp catechese aan de orde. In de bespreking bleek het ten diepste over twee zaken te gaan. In de eerste plaats is er een stuk bezinning nodig gericht op de catechisant en zijn leefomstandigheden. In de tweede plaats is er een stuk bezinning nodig op de toerusting van de catecheet. Vanaf het begin was eigenlijk gelijk duidelijk dat niet de stof van de catechese ter discussie stond. Het ging vooral over de vraag hoe de aloude stof in deze tijd aan onze jongeren moet worden overgebracht. De Generale Synode heeft op haar eerste vergadering een commissie benoemd, die op de vervolgvergadering verschillende aanbevelingen heeft gedaan. Verder wilde deze commissie in de beperkte termijn waarin dit werk moest gebeuren niet gaan. De praktische uitvoering zou veel meer tijd vereisen. Een nieuwe commissie werd op de vervolgzitting benoemd. Op dit moment bestaat deze commissie uit de volgende leden:
Ouderling P. van Vijven, en de predikanten G. Bredeweg, G. Clements, S. Maljaars, G.W.S. Mulder en ondergetekende. Er is nog een vacature na het vertrek van broeder Van Wijngaarden uit Veenendaal.
In de achterliggende maanden is deze commissie met de gegeven opdracht aan de slag gegaan. We zagen ons als commissie aanvankelijk eigenlijk geplaatst voor een hele moeilijke, zo niet onmogelijke taak. Toch mogen we met blijdschap vaststellen dat er inmiddels wel degelijk wat van de grond begint te komen. Het lijkt ons als commissie goed om u in enkele artikelen daarover te informeren.
Een opdracht voor de Kerk:
Allereerst wil ik ingaan op een voorliggende vraag. Moeten we ons als kerk wel met dit onderwerp bezighouden?
Het is goed om vast te stellen dat catechetisch onderwijs duidelijk onderscheiden is van de huiselijke opvoeding en het Reformatorische onderwijs. Catechetisch onderwijs is
De ouders hebben een doopbelofte gedaan en daarin hebben zij een eigen verantwoordelijkheid. De kerk heeft daarnaast ook een eigen verantwoordelijkheid. Catechese staat namelijk in het kader van het Bijbelse dooponderricht: “Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb.” (Matth. 28:19)
Aan deze opdracht ontlenen de ambtsdragers hun bevoegdheid om de kerkelijke jeugd te onderwijzen. Zij spreken niet op eigen gezag. De Heere heeft het aan hen opgedragen. Deze opdracht wijst ons ook tegelijk op de beperkingen. Wij kunnen het catechetisch onderwijs niet op dezelfde lijn stellen als het regulier onderwijs. We behoeven aan dat onderwijs ook niet dezelfde eisen te stellen. De discipelen waren namelijk eenvoudige Galileeërs. Toch noemt Christus deze ongeletterde mensen ‘het licht der wereld’. Hun onderwijs bestond niet in bewegelijke woorden van menselijke wijsheid.
Specifieke problematiek
Dat het catechetisch onderwijs gegeven moet worden aan alle jongeren van de gemeente plaatst de ambtsdrager ook voor specifieke vragen. De doelgroep van de catechese is niet ‘de vmbo-leerling’ of ‘de HAVO leerling’, maar het gedoopte kind van de plaatselijke gemeente. Aan hen zijn de Woorden Gods toebetrouwd (Rom. 3:2). De geloofswaarheden van dat Woord zullen aan deze zo verscheiden doelgroep moeten worden overgedragen. Het gaat bij de catechese niet zomaar om een gemoedelijk praatje, maar om het overdragen van de geloofswaarheden. Paulus zegt daarvan tot Timotheüs: ‘… hetgeen gij gehoord en geleerd hebt, waarvan u verzekering gedaan is’
Geloofswaarheiden zijn geen wiskundige formules. Scherp inzicht baat hier niet zoveel. De eenvoudige catechisant brengt het soms verder dan de kritische student. Geloofswaarheden staan ook haaks op het moderne denken. Denk aan de lesjes over de schepping, het werkverbond, de val in Adam, de predestinatie van eeuwigheid, het genadeverbond, de Middelaar van het genadeverbond. Het rechte zicht op deze leerstukken is zo heel belangrijk. Maar technische bewijzen en scheikundige proeven zijn hier niet aan de orde.
Ook hebben we helaas de tijd niet mee. Dogmatische waarheden lijken ook binnen de kerken steeds minder belangrijk te zijn. Hoe zal een ambtsdrager deze Goddelijke waarheden kunnen overdragen aan jongeren, die zich in een samenleving bevinden, die zich leiden laat door het gevoel? Vroeger hadden mensen een principe. Men sprak vanuit een bepaald beginsel. Vandaag laten velen zich leiden door wat hun hart hun ingeeft. We zien het bijvoorbeeld aan enorme wisselingen binnen politieke partijen en dergelijke.
Niet moedeloos
Ondanks alle vraagstukken, die we op ons af zien komen, is de commissie niet moedeloos. We hebben ook nog heel veel. Ik hoorde pas van een gemeente van een andere kerkelijke richting, waarvan de predikant de catechisanten opriep van 18 jaar en ouder. Er verscheen er slechts één. Gelukkig zou dat voor ons nog ondenkbaar zijn. Waar nog catechese mogelijk is, is er ook nog de gelegenheid om de kernzaken van het christelijke geloof over te brengen in de taal en de leefwereld van onze jongeren. De catechese geeft naast de prediking uitnemende gelegenheden om de beproefde geloofswaarheden nader uit te leggen aan de jongere van deze tijd. We lezen in 2 Kronieken 12:12 ‘ook waren in Juda nog goede dingen’. De tijdsomstandigheden waren toen ook niet rooskleurig. Deze woorden hebben namelijk betrekking op de regeringsperiode van Rehabeam. Israël leefde onder de laaghangende oordelen. Maar er waren toch nog goede dingen! De kanttekenaar schrijft: ‘Als eerst de wet van Mozes; II. het woord der profeten; III. de besnijdenis; IV. nog wat van den zuiveren godsdienst; V. enige ware gelovigen en godvruchtigen, die hun weg niet bedorven hadden; om welke dingen alle God de stad nog verschoonde; gelijk Hij met Sodom zou gedaan hebben, zo zelfs maar tien rechtvaardigen daarin waren geweest’.
Ook onder ons mogen deze goede dingen nog zijn.
Het doel van de catechese
Wat is het doel van dit kerkelijke onderwijs? In de middellijke weg worden catechisanten door dit onderwijs gevormd tot belijdende leden. Dat kan alleen onder Gods zegen, in de ware zin van het woord. Dat ligt niet in onze macht. Catechese is slechts een middel. Wij gaan niet uit van de vanzelfsprekende werking van de Heilige Geest. Net als onder de prediking is het noodzakelijk, dat de Heilige Geest Zich paart aan de woorden. Dat betekent dus, dat jongeren, die trouw de catechese volgen en in hartelijke betrokkenheid afronden, tijdens dat proces niet als vanzelf Gods genade deelachtig worden. Maar het betekent evenmin, dat de catecheet mag volstaan met de overdracht van een beetje verstandelijke kennis. Dit Bijbels onderricht vindt nog plaats, omdat het welbehagen des Heeren door Christus’ hand gelukkig voortgaat. Wie zou niet uitzien naar de vruchten des Geestes op het onderwijs? Op grond van Gods woord mag verwacht worden, dat uit het zaad der gemeente Gods kinderen zullen voortkomen. In de Doop ligt de belofte, dat de Heere zal werken onder het zaad der gemeente. Naar Zijn vrijmacht niet aan iedere gedoopte, maar in de lijn der geslachten zal Hij Zijn uitverkorenen onder hen vergaderen.” (Rapport Generale Synode 1986, toelichting p. 21). Geheel terecht wordt er dan ook op de visitatie gevraagd of er vruchten op het catechetisch onderwijs te bespeuren zijn.
Zorgvuldigheid
Omdat het gewicht van de catechese zo groot is, kunnen we als volwassenen ook hele grote fouten maken. Catechetisch onderwijs kan onder Gods zegen tot het behoud van onze jongeren zijn. Ditzelfde onderwijs kan ook voor jongeren juist een aanleiding worden om de kerk te verlaten. Meer dan eens heeft een ervaring op de catechisatie voor jongeren de deur dicht gedaan. Nu blijven onze jongeren persoonlijk verantwoordelijk voor de beslissingen, die zij nemen. Zij doen heel wat als zij tot zo’n keuze komen. Maar het moet ons als ambtsdragers ook wel afhankelijk maken. Deze Bijbelse opdracht vereist van ons ootmoed en zelfkennis, een teer gebedsleven, de hartelijke vreze des Heeren en een hartelijke liefde tot de jeugd. Wie is tot deze dingen bekwaam? Dit zijn zaken, die onze commissie niet in de handen heeft. Dat geeft onze beperkingen aan. We kunnen komen met een klinkende methode, maar als het bovenstaande ontbreekt, is het slechts een pleister op de wond.
Catechese in de geschiedenis
Het is hier niet de plaats voor een uitvoerige weergave van de geschiedenis van de catechese. Maar gezien de Bijbelse opdracht heeft de catechese vanaf de vroegchristelijke kerk plaatsgevonden. Tijdens de Reformatie heeft de kerk deze taak heel duidelijk ter hand genomen. De catechese heeft een wezenlijke plaats in de ambtelijke bediening gekregen.
Daarom beginnen wij niet iets nieuws. De catecheet van nu kan terugvallen op een rijke erfenis. Ook op het gebied van methoden behoeven wij het wiel niet meer uit te vinden. In de 17e en 18e eeuw kwamen er verschillende catechisatieboekjes op de markt. Sommigen gingen uit van de Heidelbergse Catechismus, zoals het Kort Begrip van ds. H. Faukeel. Anderen volgden een eigen lijn, zoals het tot vandaag toe bekende vragenboekje van ds. A. Hellenbroek: ‘Voorbeeld der Goddelijke waarheden’.
Taak van de commissie
Wij willen ons niet vermengen met degenen, die naar verandering staan. Maar we hebben wel de Bijbelse opdracht om de jongere te onderwijzen naar de eis zijns wegs. Dat vraagt o.a.
Het is onmogelijk om met een catechisatiemethode bezig te zijn en ons niet te bekommeren om de actuele context van de catechisant.
Aan de andere kant wil de commissie voortdurend voor ogen houden, dat in de catechese niet de catechisant, maar Gods woord centraal staat: “Alzo zegt de Heere…” Nog steeds moeten we het ‘laten klinken van bovenaf’. Dat ligt namelijk opgesloten in het woord ‘catechetiek’. Dat is: doen klinken, doen horen van bovenaf, van de katheder af, van de kansel af met gezag spreken. En dat gezag is niets anders dan afgeleid gezag van de hoogste Ambtsdrager, Jezus Christus. Hij heeft Zijn ambtsdragers bevolen de jeugd te onderwijzen in de leer. Ze spreken dan ook namens Hem en dat betekent dat ze gevolmachtigd zijn het onderwijs te geven. Hun woord heeft zeggingskracht; niet vanuit hen, maar vanwege de Opdrachtgever!
De middelen
Niet het doel heiligt de middelen. De middelen moeten dienstbaar kunnen zijn aan het doel anders zijn de beste middelen waardeloos. Dat vraagt een voorzichtige afweging in de uitwerking rekening houdend met de eigen plaats, die onze kerkelijke gemeenten hebben. De taak voor de commissie is niet eenvoudig. Er kan verschil zijn tussen een stadsgemeente en een plattelandsgemeente. We beseffen, dat de methode in beide gevallen bruikbaar moet zijn. Ook kan er groot verschil zijn tussen de ambtsdragers, die het onderwijs geven. We beseffen, dat we ons doel voorbijschieten als we een methode aanleveren waar de eenvoudige, godvrezende ambtsdrager geen raad meer mee weet. Aan de andere kant beseffen we ook, dat de verlegenheid bij jongeren en ambtsdragers soms zo groot is, dat er wel iets moet gebeuren. We hopen dat u ons wat vertrouwen wil geven om daaraan gestalte te geven.
Waar is de Synodale commissie catechese eigenlijk mee bezig?
De kerkenraden hebben reeds gemerkt dat er vanuit onze commissie een enquête is verzonden. Het is goed voor onze commissie, dat we de plaatselijke situaties wat helder hebben. Met de uitslagen wordt zoveel mogelijk rekening gehouden bij het ontwikkelen van de nieuwe methode.
We kunnen ons voorstellen, dat er verlangend wordt uitgezien naar het resultaat van de ingestelde commissie. U denkt misschien: het blijft nog zo stil. U begrijpt, dat wij op korte termijn nog niet met een eindproduct kunnen komen. Dat wil niet zeggen, dat er niets gebeurt. Daarom willen we u een kijkje geven achter de schermen.
Reeds in een vroegtijdig stadium heeft er binnen de commissie een duidelijke taakverdeling plaatsgevonden. Hoewel de gehele commissie verantwoordelijk blijft voor de beslissingen, kan toch niet alles op de commissievergaderingen worden uitgedacht. De Synodale commissie is verdeeld in drie werkgroepen.
Het zal duidelijk zijn, dat er geen strakke scheiding tussen de werkgroepen kan zijn. Het een heeft alles met het ander te maken. Het overleg op de Synodale Commissievergadering blijft dan ook van grote betekenis.
Werkgroep bezinning
De eerste werkgroep werkt aan een visie-document, waarin het zicht op de catechese wordt overdacht en beschreven. De eerste twee artikelen in de Saambinder zijn daarvan een uitvloeisel. We zien dit document als een groeidocument, dat gedurende de ontwikkeling van de methode mee zal ontwikkelen. We hebben als Gereformeerde Gemeente onze eigen gedachten over de catechese. We zijn ons ervan bewust dat er op het terrein van de catechese heel verschillend gedacht wordt in kerkelijk Nederland. Zicht op catechese heeft alles te maken met het zicht, dat men heeft op de Heilige Geest, op het genadeverbond en op de gevallen mens. Het is aan deze werkgroep om onze eigen visie te omschrijven en te vertalen naar de praktijk. Natuurlijk is er in onze gemeenten al heel veel over catechese nagedacht. Het is daarom ook goed, dat er ook een omschrijving komt van onze visie op deze kerkelijke opdracht.
Werkgroep catecheet
Deze tweede werkgroep heeft onder andere tot taak om een handleiding te ontwikkelen voor de catecheet. Bij een nieuwe methode is een handleiding onmisbaar. Onze ouderlingen en predikanten staan vaak onder grote tijdsdruk. Dan is het goed als men op een rijtje heeft wat bruikbaar is voor de voorbereiding. Daarom houdt de commissie zich ook bezig met het verzamelen en ordenen van relevante informatie, die bij de voorbereiding van de lessen gebruikt kan worden. Er blijkt al heel wat materiaal voorhanden te zijn. Het is goed, dat de catecheten straks voor ogen hebben, waar ze op terug kunnen vallen. Bij het toerusten van de catecheet kan ook gedacht worden aan bijeenkomsten met ambtsdragers op classicaal niveau. Iedere omgeving kent zijn eigen specifieke problemen.
Werkgroep catechisant
De derde werkgroep houdt zich vooral bezig met het ontwikkelen van de methode zelf. Deze werkgroep heeft een notitie Grondlijnen opgesteld, die in de Synodale Commissie is vastgesteld. Ook heeft deze werkgroep een Redactiestatuut voorbereid voor de praktische vervaardiging van de methode. Naar aanleiding daarvan zijn redacties samengesteld en in een vroegtijdig stadium gesprekken met uitgevers gevoerd. Het is de bedoeling, dat er twee catecheseleerlijnen ontwikkeld worden: één voor de Heidelbergse Catechismus en één voor Hellenbroek. Voor elk van deze leerlijnen zijn onderscheiden redacties gevormd.
Ds. A. Schot,
Voorzitter commissie catechese
(De Commissie Catechese is ingesteld door de Generale Synode 2010)